- 2 - dat plan dusdanig te wijzigen, nadat wij daar zelf een woord hebben. in mee gesproken. Tenslotte vraag ik me af of het niet "beter is, wat hier ook al in dit voorstel tot uiting komt, dat we met gedeelten gaan werken in£laats van in zijn geheel. Om echter nog minder risico te lopen, zou ik de raad voor willen stellen om het hele plan, zoals het nu ligt te laten varen4 De voorzitterDan zal ik de heer van Dis antwoorden op het gesprokene* De financiële consequenties zijn te groot zegt U, omdat eventueel in het plan de "boerderijen aan de Kadedijk zijn "betrokken. Inderdaad is dat een van de redenen waarom wij er nog niet uit zijn gekomen. Maar dat is maar een heel klein onderdeel van het plan. En nu sparen wij ons in ieder geval veel tijd uit door de procedure toe te passen, zoals wij die voorgesteld hehhen. Want dan kunnen wij het in gedeelten vaststellen en aan U voor dragen die gedeelten die acceptabel en goed zijn. Dan kunnen we de ge deelten van dit plan, die te veel moeilijkheden geven, voorlopig nog uit stellen. Dat is eigenlijk waar het hier op neer komt. Wij overwegen dat een gedeelte van dit plan goed realiseerbaar zou zijn zonder al te veel protest. Het zal altijd zo blijven, dat er mensen zijn die zich benadeeld voelen en hun protest indienen. Dat zal bij elk uitbreidingsplan denk ik wel zo zijn, en dat is ook logisch. En uiteraard zullen die mensen ook terdege moeten worden gehoord, trouwens dat is wettelijk voorgeschreven. Maar ik geloof dat het voorstel dat wij nu doen precies de kans geeft die U zich eigenlijk voorstelt, namelijk die gedeelten van het plan vaststel len die acceptabel en goed zijn en hetgeen werkelijk grote moeilijkheden geeft voorlopig nog even uitstellen. De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, het loopt er bij mij niet over of de mensen benadeeld worden met het plan. Want dat moet ik U direct toe geven, een gemeente die uitbreiden moet, die zal tenslotte op tegenstand stuiten. Maar het is ook mogelijk dat de uitbreiding zo plaats kan heb ben, dat die gedeelten eerst onder handen genomen worden, waar de tegen stand het geringste is. En in de tweede plaats: er wordt aan mynheer Margry, dus aan een vreemde in de gemeente, een opdracht gegeven. Die zal bijgestaan worden, ik weet niet door wie, maar we zullen aannemen door de burgemeester en de dienst gemeentewerken, maar de autochtone bevolking wordt feitelijk niet gehoord. En het wil mij voorkomen dat het toch ook van belang is dat de vreemden, die kort in onze gemeente wonen zich ook eens verstaan met de autochtone bevolking, opdat ze zich een beter beeld kunnen vormen van de situatie in de gemeente. Want mijnheer Margry heeft lijntjes getrokken en een kleurtje aangegeven enz,enz,. Maar wanneer het met enkele mensen besproken wordt, dan acht ik dat het toch vruchtdragender zou z^n en minder tegenstand zal verwekken dan zoals het nu gebeurt. En daarom stel ik toch de vraag nogmaals, is het niet beter dat we heel dat plan laten varen on dat wij opnieuw "beginnen op een zakelijke basis en ik zou zo zeggen niet zo maar lukraak. Ik geloof werkelijk dat het in het belang van de gemeente is, voorzitter. De voorzitter: Ik ben het beslist niet met U eens dat het lukraak is ge weest, Maar dat zult U van mij begrijpen. Een andere zaak is dat ik erg en thousiast ben voor overleg met de raad. Dat is iets wat ook op de wijze zoals wij het hebben voorgesteld helemaal niet uitgesloten is. Dus dat kan altijd nog. Het enige is dat we dan inderdaad gebonden zijn om binnen 3 maan den een conclusie te trekken en dat lijkt mij geen onmogelijkheid. De heer van PiB: Gezien de bezwaarschriften weet ik niet of U dan wel klaar bent. De voorzitter: Dan is er nog geen kind over boord. De heer van Dist Ik zie daar absoluut geen bezwaar wanneer wij nu zeggen niet verdagen, maar opnieuw beginnen. Ik geloof dat dat verstandig is, V/ij kunnen dan binnen afzienbare tijd met een nieuwe opzet beginnen. De voorzitter: Nogmaals ik ben optimistisch genoeg te geloven gereed te zijn wanneer wij drie maanden tijd hebben. Missohien mijnheer van Dis krijgt U gelijk, dan zullen we dus inderdaad opnieuw moeten beginnen, maar deze kans neem ik heel graag. Ik geloof dat het goed zal zijn om in die drie maanden te proberen d© zaak voor elkaar te krijgen in gedeelten. Dan komen we dus met een nieuw voorstel bij U, eventueel na overleg zoals dat dan inderdaad ook gebeuren kan.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1960 | | pagina 74