- 8 - In dit special© kleine stukje is het dus een kwestie van onteigening. De hoer Munters; Mijnheer de voorzitter, het is "beter ten halve gekeerd dan ten helo gedwaald. De voorzitters Zo kunt U het stellen natuurlijk, maar ik voel me nog niet erg dv/alend. Do heer Muntersg Dat neem ik U helemaal niet kwalijk. De heer Bom? Mijnhoor de voorzitter, ik heb gewezen op mijn streven tot afremming van do onteigeningen en dat woord gebruik ik we or, omdat deze onteigeningen mijns inziens voorlopig althans overbodig zijn. Ik heb U, - mijnheer de voorzitter, geen antwoord horen geven op do vraag v/elkc moge lijkheden worden geschapen nu de industriebonden goedgekeurd zijn door gedeputeerde staten in het noordwesten van onze gemeente. Ik stel me voor dat daar toch iets moet gaan gebeuren. Wij zullen alles in het werk moe ten gaan stellen om te voldoen aan de wensen van godeputoerde staten om deze industrieterreinen daar te stellen. En wanneer het dan zo ver komt, mijnheer de voorzitter, dat daar woningen zullen worden gebouwddan zie ik hot zo, dat dat zal gaan ton koste van de kom van de gomeente. En het is daardoor en ik moet hot bij herhaling zoggen, dat ik niet zou willen overgaan tot onteigening nu het absoluut niet dwingt, omdat we mis schien die grond pas over 8 of 10 jaar nodig zullen hebben. Do voorzitters Mijnheer Bom U haalt 2 dingen volkomen door elkaar name lijk wat wij in hot Westen van onze gemeente gaan doen en de woningbouw in het dorp Fijnaart. Daarentegen zal hot waarschijnlijk wel zo zijn dat do zeer geforceerde afvloeiing van bevolking uit onze gemeente, die, we - tot nu toe hebben gehad, dan waarschijnlijk enigszins tot staan zal wor den gebracht, waardoor wij zeer veel huizen nodig zullen hebben om alleen al de normale aanwas uit eigen gemeente te kunnen opvangen. Een gunstige "ending in het beleid van het Ministerie van Volkshuisvesting en Bouwnij verheid kan maken dat we een veel te kleine reserve-marge blijken te heb ben. We hebben eerder in onze gomeente, niet zo heel erg lang geleden, volkomen knijp gezeten op hot gebied van bouwgrond en ik willicvor niet dat ons dat nog eens overkomt. Heren, we kunnen hier nog erg lang over praten en ik geloof niet dat het goed is. Wij moeten er voor zorgen dat wij klaar staan voor de eventualiteiten die ons kunnen overkomen. De hoer van Dis? Mijnheer de voorzitter, de argumenten die U steeds aan voert om iets er door te krijgen beginnen voor mij zeer weinig waarde te hebben. Do argumenten om do percelen in de Langcwcg aan te kopen waren destijds, dat ze bestemd waren voor klein-indnstric. Wanneer ik nu dit punt bokijk dan wordt er niet meer gesproken over klein—industrie waar voor die percelen aangekocht zijn, maar nu worden zo gebezigd voor woning bouw. Hu loopt het er bij mij niet over of U nu een bunder grond meer koopt of minder, dat interesseert mij weinig. Maar wanneer U mot argumenten komt het zal voordeliger zijn en het zal geld gaan kosten voor de gemeente, dót neem ik^met een korreltje zout. Als ik de Kon. Julianastraat bekijk dan wordt hier niet op geld gekeken. Maar ik ben er nu eenmaal een tegen stander van om voorbij de begraafplaats een gedeelte van de kom te gaan ui ubouwen. En daarom, mijnheer de voorzitter, in grote trekken ben ik het met de heer Bom eens, wannoer het industrieterrein helemaal klaar komt en er zal industrie komen, dan in de eerste plaats Hoijningcn aan bod zal ko men voor woningen en niet Fijnaart, Maar omdat ik or tegen ben om voorbij de begraafplaats de kom te gaan uitbouwen, zal ik ook voor het voorstel /an de heer Bom en tegen het voorstel van burgemeester en wethouders stem men. De voorzitter* Dan stomt U tegen U zelf, want het is een goedgekeurd uitbrei dingsplan. Do hoer van Dis; Maar dat geeft toch niots0 B. en w. komen telkens terug op hun eigen beslissingen die ze zelf genomen hebben. Ze hebben vroeger toch voorgesteld om die grond aan te kopen voor het vestigen van kléin- industrieën.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1960 | | pagina 70