- 6 -
14. Medewerking art, 72 der l.o.-wet 1920 stichting R.K. Meisjesschool.
De raad "besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van "burgemeester en wethouders.
15» Voorlopige goedkeuring onteigening kadastrale percelen F nrs. 1516.
1517, 1518, 1519 en 1520 ged.. r
De heer Bom; Mijnheer de voorzitter, mijne horen, wanneer ik mijn stem aan
de onteigening van de percelen 1516, 17, 18, 19 on 20, toebehorende aan
van Dueren den Hollander, niet heb kunnen geven, dan heb ik dit gedaan
uit zakelijke overwegingen en ook om de onteigeningsprocedures wat af
te remmen, Zakelijk gezien, mijne heren, gezien de woningtoewijzing in de
laatste jaren, kunnen we voorlopig nog wel enkele jaren vooruit. Ik kan
hier moeilijk met cijfers aantonen of mijn zienswijze juist is. Maar onze
zuivere agrarisohe gemeente, zonder §nige industrie, hier kom ik dade
lijk nog op terug, wijst wel in deze richting, Wat het afremmen van de
onteigeningsprocedures betreft het volgende: Ik zal de laatste zijn
wanneer de noodzaak dwingt mij te onthouden van onteigening, Nee, mijne
heren, hoewel goede cultuurgrond mij na aan het hart ligt, zal ik toch
het eerste kiezen, Daar ik op dit ogenblik de noodzaak van onteigening
van genoemde percelen niet inzie, en het de gemeente jaarlijks, bij niet
ingebruikneming, kapitalen geld kost kan ik mijn stem hier moeilijk
aan verbinden,
Wat onze industrie betreft, waar ik in het begin van sprak, heb ik, nu
de aankoop van de percelen gelegen ten Noord-Westen van onze gemeente
aan het Hollands Diep, door gedeputeerde staten is goedgekeurd, het oog
gericht op Hoijningen, Waar we ons nu moeten instellen op het bouwrijp-
maken van genoemde industriegronden zal volgens mij eerst Heijningen aan
bod komen, Daar waar de grote weg is gepland zal vraag komen naar bouw®
grond, Dit zal gaan ten koste van Fijnaart, mijne heren.
Dan zal blijken, wanneer mijn zienswijze juist blijkt te zijn, dat het be®
staande plantsoen alleen nog in de kom van de gemeente door ouden van
dagen zal worden bewandeld, Dan zal ook blijken, dat onze ouden van da**
gen de rustbanken in onze gemeente wérkelijk zullen moeten hebben,
De voorzitter: Als ik U hierop mag antwoorden, mijnheer Bom, dat heb ik
ook in B, én W, al gedaan, dan kan ik alleen maar zeggen dat wij dus,
degenen die hier v<3Sv hebben gestemd in het college van burgemeester en
wethouders, het risico niet willen lopen, wat we al eerder ondervonden
hebben, namelijk dat we een hopeloze achterstand krijgen in bouwgrond,
Bovendien zal het voordeliger zijn wanneer we de gehele zaak gelijk kunnen
aanpakken en zal het veel duurder worden wanneer wij dit beetje bij beetje
gaan doen, Verder geloof ik dat wanneer wij werkelijk ons best doen om
de woningtoestanden in onze gemeente te verbeteren dat wij er dan zelfs
met dit kleine stukje grond waar het hier om gaat nog lang niet zijn,
V/ij zullen daarna nog veel meer grond nodig hebben, op korte termijn hoop
ik,
De heer Bom: Ja, mijnheer de voorzitter, ik heb U in het begin van deze
vergadering vrij somber horen spreken over de toewijzing van woningen voor
onze gemeente. En inderdaad, onze klachten zullen wel bekeken worden,,
Maar ik meen toch, dat niet alleen onze klachten bekeken zullen worden,
maar van verschillende gemeenten. Wanneer wij doorgaan met onteigenen
zonder volgens mij althans deze gronden de eerste jaren productief te
maken, dan vraag ik me af gaan wij niet te ver. Het is zo dat dit goede
cultuurgronden zijn, en hoewel ze nog niet aan het gebruik behoeven te
worden onttrokken, zal het toch zo zijn, dat het de gemeente jaarlijks
behoorlijke kapitalen gaat kosten, En nu kan ik moeilijk een bepaald
aantal jaren noemen, maar wanneer ik af ga op de toewijzing Van de laatste
jaren, dan geloof ik dat v/e toch voorlopig een tiental jaren Vooruit
kunnen. Mijnheer de voorzitter, ik meen dit in het midden te moeten bren
gen om toch niet al te ver te gaan met gronden die we voorlopig althans
niet in gebruik kunnen nemen,