De voorzitter: Mijnheer van Dis heeft voorgesteld om de voorzitter te
verzoeken te schrijven aan het "bestuur van de stichting dat de raad van
Fijnaart afwijzend staat tegenover de oprichting van deze stichting.
Dit is niet helemaal volgens de wettelijke lijn. De raad zal moeten ver
klaren afwijzend te staan tegenover de oprichting van deze stichting en
"burgemeester en wethouders voeren dit besluit uit.
De heer van Dis: Nee, de raad staat afwijzend tegenover de plannen. Of
zo hem op willen richten dat moeten ze zelf weten, maar tegenover de
plannen die de stichting beoogt. Want ik vertrouw dat bemoederen niet.
De voorzitter: Dus het is zo, U wilt dus verklaren dat de raad afwijzend
staat tegenover de plannen die de stichting beoogt.
De heer van Dist Dat is het veiligste voor de kleine gemeenten.
De heer van Sprundel* Mijnheer do voorzitter, ik geloof dat de vrees van
mijnheer van Di3 wel voorkomt uit een onderschatting van het zich be
wustzijn van de eigen capaciteiten, zodat hij er in zal vliegen.
De voorzitter? Het is dus zo ver dat er twee voorstellen zijn. Wordt
het voorstel van de heer van Dis ondersteund?
De heer Maris: Ja.
De voorzitter; Ik breng allereerst in stemming het voorstel van de heer
van Dis, aangezien dit verder strekkend is dan het voorstel van
burgemeester en wethouders.
De heren Munters, Maris, van Dis, de Wit en Knook stemmen voor het voor
stel van de heer van Dis,
De heren Akkermans, Lambregts, Haverkamp on van Sprundel tegen.
Het voorstel van de heer van Dis wordt derhalve aangenomen met 5 tegen
4 stemmen.
Mijne heren, dit is de gehele agenda van vandaag. Ik verzoek U een ogen
blik stilte in acht te nemen.
Ik wens U wel thuis. 1945 uur)