GEMEENTE FIJNAART EN HEIJNINGEN
TELEFOON 0 1686.350
POSTREK. ONTV. 62453
Handelingen raadsvergadering van 13 april 1960,
De voorzitter: Mijne Heren, ik open deze raadsvergadering en verzoek U
een ogenblik stilte in acht te nemen*
Ik heet U welkom op deze spoedeisende raadsvergadering. Ik wil beginnen
met U mede te delen dat ik bericht heb gekregen dat de heer van Hoof
hier niet aanwezig kan zijn in verband met zijn opname in het ziekenhuis.
Ik hoop dat hij spoedig weer hersteld terug zal kunnen komen.
Intergemeentelijk contact.
De voorzitten Het is met enige aarzeling dat ik dit punt aan de orde
stel in deze eigenaardige raadsvergadering, dié eigenaardig is om twee
redenen, ïn de eerste plaats de onverklaarbare haast waarmede betreffende
zaak aan do orde is gesteld en in de tweede plaats de geheimzinnigheid
die dit alles moest omringen. Ik geloof dat wij de zaak moeten zien in
de juiste proporties. Het betreft hier dus een adhaesiebetuiging aan een
op te richten stichting, waar U een en ander van hebt gelezen in een
brief, die het college van burgemeester en wethouders aan U heeft ge
richt, In de raadsportefeuille lag bovendien een schrijven van de stich
ting i,o, aan burgemeester en wethouders om U voor te stellen tot betui
ging van adhaesie aan de stichting i.o. Welvaartsbevordering Groot-West-
Brabant, Dit hebben wij, zoals U hebt gezien, niet overgenomen. Op ons
verzoek zijn de voorlopige ontwerp-statuten van de stichting Welvaarts
bevordering Groot-West-Brabant ons eerst gisteren toegezonden. Ik zei
U dus dat wij de zaak voor zo ver mogelijk moeten zien in de juiste
proporties. Als ik in de eerste plaats deze zaak bekijk van gemeentelijk
standpunt, dan geloof ik dat wij kunnen stellen dat wij gelukkig zijn met
het plan "Noord-Brabant in het Nieuwe Westen" dat ruim een jaar geleden
uitkwam en waarbij de gemeente Fijnaart en Heijningen een plaats is
toegewezen in de nieuwe ontwikkeling van West-Brabant in het algemeen.
Er is een hele goede samenwerking tussen de provinciale instanties en de
gemeente. Wij hebben het volle vertrouwen dat deze goede samenwerking
zal kunnen bestendigd blijven en wij hebben ook heel veel vertrouwen
dat het provinciaal bestuur ons alle steun zal kunnen geven die wij be
hoeven, Dit blijkt al uit allerlei dingen, die U misschien wel hebt
kunnen opmerken, b,v. het nieuwe wegenplan en verbeteringen op allerlei
gebied. Het enige wat misschien nog wat achterblijft is de woningtoewijzing.
Maar de ironie wil, dat wij niet aan onze volle trekken konden komen
wat betreft de woningwetwoningen, doordat de gemeenten die het initiatief
hebben genomen tot deze stichting vastzitten aan de zogenaamde contrac
ten met aannemers om continu een groot aantal woningen te bouwen. Dit
onttrekt zoveel woningen aan het totale contingent, dat er te weinig
voor ons overblijft. Wij hebben echter goede hoop op de toekomst, nog
steeds dus bekeken vanuit het standpunt van de gemeente alleen. Wij heb
ben ook heel plezierige samenwerking met rijksinstanties. Wij weten,
dat is in deze zelfde raadszaal verklaart door autoriteiten van de
Rijkswaterstaat, dat in ieder geval in 1968 er op wordt gerekend dat het
deel van de Zoomweg dat voor ons van uiterst groot belang is klaar zal
zijn en de provinciale waterstaat heeft op die zelfde vergadering ver
klaard dat het streven zal zijn van de provinciale waterstaat om dan ook
de maasroute klaar te hebben. Wij zijn op het ogenblik bezig, zoals U