De voorzitterDat is hot onige wat niet mag. Ik geloof dat dat een zeer geringe belemmering is, omdat aan het bouwen van volkomen nieuwe additionele boerderijen volgens mij geen behoefte bestaat. De heer van Dist Mijnheer do voorzitter, alles ontwikkelt zich zo snel, ook in de landbouw. Wie zegt U dat vandaag of morgen woor niet een ommekeer in de land bouw komt, die noodzakelijk maakt dat er meerdere gebouwen moeten komen op plaatsen waar ze nu nog niot staan, om de landbouwbedrijven uit te oefenen. Ik acht dat een inbreuk op de persoonlijko vrijheid van iemand die z'n bedrijf uitoefent. Die persoonlijko vrijheid is al genoeg aan banden gelegd. Ik geloof toch dat wij meer in die richting moeten gaan, dat er meer vrijheid moet komen' als gebondenheid. De hoer Munters: Ja, mijnheer de voorzitter, ik kom ook nog even terug op dio grond, U zegt dat U die mensen helemaal niet vastlogt. Maar die mensen moeten vandaag maar eens proberen om hun grond te verkopen. Dan kan die grond niet eens als niet-landbouwgrond worden aangemerkt, want het ligt in het uitbrei dingsplan, Dus die mensen worden daar gehinderd in hun vrijheid van handelen. De voorzitterMogen ze geen grond verkopen? Gerust, Do heer Munters» Ik bedoel, we hebben toch de wet op de Vervreemding van Land bouwgronden, Welke moeilijkheden inzake speculaties zijn er dan? Ik zie ze wer kelijk niet. Als bij wijze van spreken er een of andere onderneming gronden wil opkopen, dat kunt U dan toch ook nog tegenhouden. Ik zie het alleen als een belemmering voor de mensen, door dat hele Landelijk Gebied III er bij te nemen. Ik ben voor heel de rest, ik vind het buitengewoon, er moot wat gebeuren, maar dat Landelijk Gebied III gaat me werkelijk te ver. Ik zou bovendien nog graag van U een concreet antwoord horen op de vraag wat doet Fijnaart nu aan de samen werking? Er is gezegd dat de andere gemeenten er zich van hebben gedistantieerd. Maar ik zou graag willen weten, wat B, en W, van Fijnaart doen om do samenwerking in de westhoek verder te verstevigen. De voorzitten Op dit ogenblik, niets. Ik geloof dat wy meer dan genoeg gedaan hebben. Dit is uiteraard geen zaak voor openbare behandeling. De besprekingen zijn vastgelopen en wij wachten nu af tot dat er een nieuwe ontwikkeling zal ko men, die ik wel verwacht. Maar uiteraard zal ik daar niets over zeggen, want dan zou ik mijn boekje te buiten gaan. De heer Munters: Een geheime zaak, mynheer de voorzitter. Do voorzitter: Het is helemaal geen geheime zaak. Het is best mogelijk dat er bepaalde plannen zijn, misschien bij andere gemeenten missohien provinciaal, maar dat is een kwostie van ontwikkeling. Zodra ik daar dus alles van weet en Uw oordeol nodig heb, zal ik daarmee komen. Maar op dit ogenblik kan ik er niets ovor zeggen. De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, ik las vandaag nog een aardig rijnrpjo in de krant: Wat minder ambtenaren, wat mindor staatsbemoeien, ontlast ons van be zwaren en doet de welvaart groeien. Do voorzitter: Ik geloof niet dat wij hier een overdaad hebben aan ambtenaren. De heer van Dis: Nee, maar wel aan bemoeienissen tenslotte op dat Landelijk Gebied, De voorzitter: Het blijft landelijk gebied. Do heer van Dis: Ja, maar met belemmeringen. De heer van Sprundol: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Maris heeft gemeend een bepaald jaartal uit het provinciaal plan onder Uw ogen te brengon, dat is 1980, Nu haal ik een ander jaartal uit dat boek en dat is het volgende: "Het tempo van de realisering van de nieuwe stad (en dat is Oranjestad) is geheel afhanko- lijk van de ingebruikneming van de industrieterreinen. Industrievestiging op de gronden aan de Mark is reeds thans in beginsel mogelijk, maar zal - zoals reeds eerder is opgemerkt - pas werkelijk grote vlucht kunnen nemen, zodra de oever verbinding over het Haringvliet en Volkerak tot stand zal zijn gekomen, Dat wil zeggen na 19&7Voor de toekomstige grote ontwikkeling in het gebied is het een voordeel indien reeds nu het industriële "klimaat" wordt geschapen. Het is wen selijk de plannen die industrievestiging in de toekomst mogelijk moeten maken, reeds nu in gereedheid te brengen. En vooruitlopend daarop, zo spoedig mogelijk een gedeelte van het industrieterrein bouwrijp te maken".

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1960 | | pagina 23