9 - De voorzitter? U bedoelt dus hot industrieterrein is van belang voor Fijnaart, Do heer van Dist Dat is iets anders. De voorzitter» Het plan Oranjestad. Do heer van Dis: Goed, maar in dat plan hebt U opgenomen ongeveer 400 ha voor de bewoningskern. U zegt wel dat het geen belemmeringen geeft, maar het wil mij voorkomen dat er wel degelijk belemmeringen voor die mensen komen, wanneer iemand zijn bedrijf wil splitsen kan hij geen boerderij bijbouwen. Wanneer wij op 't ogenblik do zaak beoordelen in het licht van het heden dan ge loof ik dat wij iets verkeerds doen. Want zodra de situatie veranderd is door de Zoomweg, de Langstraatweg en de Maasroute, dan zou er een situatie komen die misschien heel andere vraagstukken naar voren doet roepen als wij op 't ogenblik overzien, We moeten niet vergeten dat wij dadelijk 20 kilometer van Rotterdam zit ten, En dan zal het pendelen tenslotte van geen betekenis meor zijn. Trouwens ten opzichte van dat pendelen zijn er al andere geluiden, oen diooesaan-bestuurslid van de KAB, schrijft van de week in de krantj het is niet zo dat do pendel een tijdelijk verschijnsel zal zijn, We moeten dit zien in de nieuwe economische verhou dingen en ontwikkelingen waarbij do mobiliteit van de moderne arbeiders ook in de toekomst veel groter zal zijn dan wij thans durvon aannemen, 7/o hebben te zor gen dat die pendel zo goed mogelijk verzorgd is on we hebben ook te zorgen voor goede loon- en arbeidsvoorwaarden, voor een goedo reisvergoeding, voor de mogelijke scholing en do promotie van do worknomors. En laatst heb ik nog een artikel ge lezen in "De Stem""HalsterBc bouwvakarbeiders willen graag pondeleny Gisteren hield do plaatselijke afdeling van do bouwvakarbeiders rond Halsteren vergadering in de zaal Tivoli, Voor de vele belangstellenden sprak do voorzitter zijn voldoo- ning er over uit dat hot de werknemers in vele opzichten goed gaat. Voorts zoi hij ik ben blij dat er een pendel bestaat en dat zijn allen mot mij eensj want oen goede boterham ligt voor ons in Rotterdam, Publikaties dat hierdoor onzo gezin nen ontwricht zouden worden beschouwen wij als van goon betekenis, Tlijnheor do voorzitter alles verandert in de wereld zo sterk, ook de beschouwingen ten op zichte van een vraagstuk. En wanneer wij straks 20 kilometer van Rotterdam wonen, dan moeten wij op 't ogenblik dat pendelen zion in do tijd dat wij 20 km, van Rotterdam wonen maar niet zoals nu. En wij gaan daar naar toe want in 1968 zal die Maasroute wel klaar zijn en dan beschouw ik het geen pondel meer, U bent nog' niet van plan, zegt U zojuist, om nu reeds met Oranjestad te beginnen en dan vraag ik me af waarom het dan noodzakelijk is dat nu al oen zekere claim op heel die polder legt. Togen het industrieterrein heb ik geen bezwaren, maar voor het andere Landelijke Gebied daartegen heb ik wel degelijk bezv/aren en die bezwa ren komen voort uit hot feit dat het nog niet nodig is. De voorzitters Misschien zal ik dan de heet van Dis eerst even beantv/oorden, U hebt dus weer over die belemmeringen gepraat, als enige belommering hebt U ook weer aangevoerd dat iemand niot zijn bedrijf kan splitsen. Ik geloof niet dat het over het algomeon oen erg populaire maatregel zal zijn, wanneer de over het algemeen goede bedrijven in Fijnaart nog gesplitst worden en dan zullen vervallen tot de kleine bedrijven. Dus ik zie deze belemmering als niet belangrijk. Twintig kilometer van Rotterdam is een beetje optimistisoh, vanaf Fijnaart zal het toch in ieder geval nog een kleine 30 kilometer blijven. Men kan natuurlijk heel veel zeggen over de pendel. Dat men de pondel accepeteert als een verschijn sel dat zijn plaats in onze maatschappij heeft ingenomen, betekent alleen dat mon heeft moeten accepteren oen minder gunstige omstandigheid. Maar ik zou het voor de mensen die in Fijnaart wonen en die, zoals U hebt gelezen in het sociologisch rapport, in Fijnaart willen blijven v/onen, althans in onze streek, het alleen maar gunstig vinden wanneer ze uiteraard op goede financiële voorwaarden goed werk kunnen krijgen in eigen omgeving, in eigen sfeer en met eigen mensen. Men kan mis schien in Halsteren zeggen dat ze blij zijn dat de pendel bestaat. Natuurlijk dat kan ik me levendig voorstellen, Wij zijn hier ook erg blij dat de pendel bestaat maar het is een gebrek aan beter. Zolang dat gebrek aan beter bestaat zullen wij moeten proboren om dat gebrek op te hoffen en oen nog betere toestand scheppen. Dat is ongeveer wat ik daarop wilde antwoorden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1960 | | pagina 21