- 8 -
omstandigheden verkeren inderdaad op deze manier te helpen. Dat hebben we ook
gemerkt aan Rozenburg, Herverkaveling en al deze zaken, dat is een kwestie die
nog nader bekeken moet worden wanneer er definitieve plannen komen. Nogmaals
ernstige belemmeringen voor de mensen die hun bedrijven hebben op de terreinen
zoals aangegeven onder Landelijk Gebied III worden niet opgeworpen. Alleen, zo
als ik U dus gezegd heb, zal het niet kunnen gebeuren dat er nieuwe boerderijen
worden gebouwd op plaatsen waar ze er tot dusver niot waron. Maar uitbreiding
van de bestaande, reparatie van de bestaande, vernieuwing van de bestaande, als
het maar op landbouwgebied is, is volkomen mogelijk. Dat hebt U ook gelezen in de
stukken. Ik kan misschien de algemene' voorwaarden nog even voorlezen t bebouwen
of gebouwencomplexen die op het tijdstip dat het plan ter visie word gelegd,
bestaan of daarna worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende bouw
vergunning, doch afwijken van de bestemming welke het plan aan de grond geeft,
(in dit geval is dat dus niet eens, want het is Landelijk Gebied III maar dit
geldt natuurlijk ook voor de industriegebieden, dit artikel) mogen voor zover
het betreft de gedeelten welke geetn rooilijn overschrijden (en dat is dus bij
ons niet het geval) geheel of gedeeltelijk worden vernieuwd, veranderd of uit
gebreid, mits het gebruik en de aard van het gebouw of gebouwencomplex zulks
wettigen .(dus we moeten natuurlijk niet een fabriek van aardappelmeel gaan
stichten op het terrein van een boerderij, want dat is beslist niet iets,geloof ik
dat met het boorenbodrijf te maken heeft, dat is natuurlijk wel gewettigd) en de
bestaande afwijking van de aard der bestemming niet wordt vergroot (dus dat wil
zeggen dat we niet een andere dan de landbouwkundige kant op gaan). Wij moeten
het nuchter en klein bekijken zegt U, Ik geloof niot, wanneer we het plan van de
provincie over V/est—Brabant goed hebben bestudeerd, dat we dan deze 2 woorden
bij elkaar kunnen zetten, nuchter en klein. Wij moeten zorgen dat wij klaar zijn
voor eventuele grote aanpak van de zaak. Ik geloof niet dat het een groot begin
is, wanneer wij een gebied, het mag dan 300 ha zijn, in plaats van Landelijk
Gebied I Landelijk Gebied III gaan noemen, het blijft Landelijk Gebied, En zo
als ik U gezegd heb de belemmeringen lijken mij niet zo vreselijk groot. De
heer van Sprundel heeft ons aangemoedigd om de omstandigheden uit te buiten.
De positie die wij hier in de westelijke kant van onze provincie hebben is ui
termate gunstig, dat ben ik geheel met U eens, vandaar ook onze activiteiten.
Ik ben het toch steeds niet eens mot het actief industrie aantrekken, nu al
direct. Ik zou bijna zeggen de omstandigheden hier vanavond wijzen dat al uit.
Wij weten nog steeds niot wanneer wij kunnen beginnen met het bouwrijpmaken
van industrieterrein. Wij weten ongeveer wannoer er een uitbreidingsplan zal
zijn goedgekeurd, wanneer wij over zouden gaan tot aankoop/onteigening. Wij
zouden wel ongeveer kunnen uitrekenen hoe lang het duurt om icts'bouwrijp te W
maken, waar wij hebben werkelijk geen idee, in halve jaren gesproken b.v, op
v/elke datum wij nu industrie zouden kunnen aanzeggen te beginnen. En
zolang dat nog niet zo ver is, geloof ik dat ik niet actief ga beginnen met
acquisitie. Inderdaad is het mij bekend dat er vele Amerikaanse industrieën
Europese belangstelling hebben en ik verzeker U, zodra ik maar enigszins kan,dat ik
mij zeer actief op dit gebied zal begeven. Met een basis-industrie bedoelt
U waarschijnlijk een industrie als hoofdindustrie, waar dan later do uit
breidingen zich omheen kunnen scharen. Dat is inderdaad ook mijn idee en
ik hoop dat ik een goede degelijke arbeids-conjunctuurongevoelige industrie
zal kunnen aantrokken, als basisindustrie. Maar misschien klinkt dit wel
heel erg optimistisch, In ieder geval we doen ons best. Dit is ongeveer
wat ik zou kunnen antwoorden op de verschillende naar voren gebrachte zaken.
De hoer van Dist Mijnheer de voorzitter, zoals-alles in do woreld betrekkelijk
is, is ook hetgeen U hebt geantwoord betrekkelijk. Ook om in de oerste plaats
te zeggen»het is van belang voor do gemeente dat Oranjestad gebouwd wordt.
Ik zou ^het zo willen stellen, het zal een belang zijn voor de stad die er
komt. Maar voor de plaats Fijnaart en dat zal ook voor Willemstad gelden,
zie ik het nu niet direct als een belang. Want alle openbare voorzieningen
die tijdons de jaren gegroeid zijn zullen vooral in Fijnaart een zeer
kwijnend bestaan gaan leiden.
dat die omstandigheid wettigt maar uitbreiding van een bedrijf of bijbouwen
van iets