- 4 - do ons ter beschikking staande onteigeningsprocedures kunnen we toch altijd, wanneer er inderdaad haast bij is, de beschikking over de terreinen krijgen binnen een jaar. V/ij moeten zorgen dat wij terrein klaar hebben om industrie vestiging mogelijk te maken en wij moeten zorgen dat wij terrein ter beschik king hebben voor woningbouw, opdat een begin kan worden gemaakt met de bouw van Oranjestad. Dat burgemeester en wethouders nu menen hiervoor op ca, 300 ha, beslag te moe ten loggen mijnheer de voorzitter, dat gaat mij te ver. We mogen aannemen, dat de eerste industrievestiging eerst plaats zal hebben na dat de Zoomweg werkelijkheid is goworden en wanneer U voor industrieterrein I geen andere voorzorgen treft wat de beveiliging tegen het water betreft dan nu, dan moot U niet verwachten dat men van dit terrein eerder gebruik durft te maken dan nadat de dam in de Oosterschelde voltooid is. Dus met andere woorden eerst wanneer het hele Deltaplan voltooid is. Ik vraag mij dan ook nog steeds af mijnheer de voorzitter, waarom met de Brabantse Bandijk geen overleg is gepleegd om, nu men daar het dijkstuk Volkerak- weg Dintelsas gaat verzwaren, dit dijkstuk te laten verleggen opdat gelijktij dig het stuk grond van de Aanwassen hier binnen zou zijn gevallen. Wanneer wij dan de klei die binnen dit dijklichaam komt te liggen hadden verkocht waren we wellicht met gesloten beurzen een stuk industrieterrein rijker geworden dat zodoende eon prima bescherming tegen hoge waterstanden had verkregen). Op zijn gunstigst uitgedrukt moeten we dus geen industriële vestiging verwachten voor 1968 3, 1970 Ik hoop mijnheor de voorzitter dat mijn pessimisme ongegrond mag blijken en dat de feiten dit zullen achtorhalen) In de bezwaarschriften hebben we kunnen lezen, dat do bezwaren vooral gaan in de richting van de opname van het landelijk gebied III en fase II van do aanleg van hot industrieterrein. Mijnheer de voorzitter, mijn compliment aan de slachtoffers in dit gebied, zij willen de zaken groot zien en zij willen hun kostbare grond afstaan om industrievestiging mogelijk te makon. Laat ook ons dan de zaken reëel willen bozien en niet meer grond in het uitbrei dingsplan brengen dan strikt nodig is, In verschillende bezwaarschriften is gevraagd of de mogelijkheid aanwezig is, elders oen bedrijf te krijgen. Met name wordt hierbij gesuggereerd de mogelijk" heid van vestiging in de Zuiderzeepolders, Welke stappen denken burgemeester en wethouders dienaangaande te nomen, of welke stappen zijn reeds in die richting ondernomen? Voor mij rijst verder do vraag welke mogelijkheden er kunnen schuilen in samen voeging der diverse stukken die overschieten van getroffen bedrijven, om deze woer tot oen bedrijf toe te bedelen, opdat dit woor oen bedrijf wordt dat gelijk is aan oen voor de onteigening. Wettelijk is hier volgons mij maar ene mogelijk heid en dat is ruilverkaveling. Welke mogelijkheden achten burgemeester en wethouders aanwezig om voor dit gebied zo tot oen gepaalde sanering te komen? Mijnheer de voorzitter, ik heb getracht hier mijn gionswijzernaar voren te brengen, zo hier en daar verschilt die met de zienswijze van burgemeester en wethouders, Toch meen ik mijnheer de voorzitter, dat wij gemeen hebben dat er in Fijnaart iets moet gebeuren, maar wij verschillen heel duidelijk in de opzet van dit plan. Het lijkt mij verstandig deze zaak nuchter en klein te laten beginnen en dan hopen dat deze kleine zaak groot uit mag groeien, dan te beginnen als directeur van hot Waldorf Astoria Hotel en te eindigen als stalletjosbaas van een patates-fritoskraam, Mijnheer de voorzitter, in eerste instantie wil ik het hierbij laten en ik hoop straks na beantwoording van mijn vragen in de gelegenheid te zijn nadere voorstellen te doen, De hoor van Sprundeli Mijnheer de voorzitter, het sociologisch rapport "Pen- dolarbeid en industrialisatie in de gemeente Fijnaart en Heijningen" door Drs, ter Hoeven van het "ISONEVO" schenkt op bladzijden 54 en 55 aandacht aan de betekenis voor de gemeente Fijnaart en Heijningen van hot provinci aal plan "De functie van Noord—Brabant in hot nieuwe Westen", in verband met

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1960 | | pagina 16