deze rit heeft hij bovendien nog de zorgen gehad om zijn vege lijf vrij van verwondingen, op te lopen in het intensieve verkeer, te houden. Ook senatoren als irGeuze en mr, Lichtenauer vinden een pendel, die niet meer dan een uur in beslag neemt, geen ongezond verschijnsel. Terecht wijst men er op dat mensen van het platteland na thuiskomst met de bus !s zomers hun ontspanning kunnen zooken in hun tuintje en kunnen genieten van de vrije natuur, tVij zwijgen dan nog maar welke voorrechten de mensen hier hebben s zaterdags en 's zondags ten opzichte van hen die het weekend tussen de grauwe huizenmassa's moeten doorbrengen. Do planologen van deze tijd houden met alles rekening en men y/il dan ook kost v/at kost tegen gaan een ongebreidelde uitbreiding van de Randstad Holland. Het hart van industrieel Nederland ligt ongetwijfeld van Hoek van Holland tot Rotterdam, Steeds breder en dieper wordt het achterland hiervan en wanneer men hier nietregelend v/as gaan optreden, zouden naast Rozenburg ook Voorne en Putte en de Hoekschewaard in de zeer nabije toekomst opgeslokt worden door deze stormachtige ontwikkeling. Dit wil men voorkomen en men wil het landschap een plaats geven in deze ont wikkeling en daardoor als het ware naast gordels van industrie ook gordels met land- en tuinbouw en recreatie in stand houden. Gezien de mogelijkheden, die de pijpleiding en andere moderne wijzen van trans port ons heden ten dage bieden, is hetzeer wel mogelijk deze ontwikkeling te stimuleren, v/aarbij het centrum blijft en als moederindustrie mag worden blij ven aangerekend het Waterweggebied. Rotterdam, dat met zijn gunstige ligging hier uitermate van profiteert, zal deze zaak niet alleen als stad Rotterdam mogen blijven bezien, Rotterdam zal Nederlands, ja wellicht Westeuropees moeten gaan denken. Dat Rotterdam dit reeds op bescheiden wijze doet, moge blijken uit het feit dat industrieën waarvoor men daar niet direct een geschikt plaatsje heeft, rustig durft door te sturen naar een andere plaats. Als voorbeeld nemen we maar Dupont en Ne mours, dat men rustig naar Dordrecht heeft gedirigeerd. Ook de Westhoek van Brabant zal zeer zeker binnen de invloedssfeer van Rotterdam komen te liggen. Bin wij menen dan ook dat Fijnaarts toekomstige industriegebied een uitwijkha— Ven zou kunnen^ zijn voor industrieën van het Rotterdamse bekken. Ih het begin mijnheer de voorzittor heb ik reeds gezegd, dat wij hedenavond belangrijke beslissingen gaan nemen niet alleen voor Fijnaart, maar misschien wel voor de gehele Westhoek, Toch geloof ik mijnheer de voorzitter dat we dan ook West-Brabants moeten denken om iets tot stand te brengen. Ieder gemeentebestuur van West-Brabant heeft zijn plannen. De een meent het al beter voor elkaar te hebben dan de ander. Industrieterrein duidt blijkbaar een zekere mate van welstand aan in een bepaalde gemeente. Toch meen ik mijn heer de voorzitter, dat willen wij in Fijnaart, willen wij in West-Brabant iets bereiken, j/ij de krachten zullen moeten coördineren. Op het ogenblik is er van deze coördinatie weinig te bemerken. Ik heb een hekel aan overdreven overheidsbemoeiingen, toch heb ik voor mezelf al dikwijls de verzuchting ge slaakt dat G.S. voor het gebied ten N, van de Mark en ten W. van de Roodevaart eon STREEKRAAD in het leven zouden roepen, opdat aan deze krachtsverspilling dor diverse gemeenten een einde zou komen. Reeds in de Raadsvergadering van 16 oktober 1959 mijnheer de voorzitter, heb ik mijn bezwaren geuit tegen moeilijkheden die de mensen in dit gebied kunnen ondervinden door reeds nu beslag te loggen en ze de bestemming landelijk ge bied III en fase II van do aanlog van het industrieterrein te geven. Dat deze bezwaren niet ongegrond waren, moge blijken uit de bezwaarschriften, die ont vangen zijn. De meesten dezer bezwaarschriften zijn allo gebaseerd op het feit, dat men mooilijkhoden verwacht door de beperkingen, die men opgelegd krijgt, Zeer terecht mijnheer de voorzitter zijn deze bezwaren. U en geen mens kan verklaren dat men over deze gronden reeds zeer spoedig do beschikking zal moeten hebben. Dit kan 6 jaar duren, maar dit kan ook zestig jaar duren. Met

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1960 | | pagina 15