GEMEENTE FIJNAART EN HEIJNINGEN
TELEFOON 0 1686-350
POSTR6K. ONTV. 62433
Handelingen raadsvergadering van 11 maart 1960.
De voorzitter: Mijne Heren, ik open deze raadsvergadering en verzoek IJ
een ogenblik stilte in acht te nemen,
1Notulen raadsvergadering van 21 december 1959 on 29 januari 1960.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
2, Ingekomen stukken en mededelingen.
Do raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
3. Vaststelling herziening uitbreidingsplan in hoofdzaak, partiële wijzi
ging Oran.iestad.
De heer van Dis? Mijnheer de voorzitter, in de eerste plaats mijn erken
telijkheid voor het vele werk, dat gedaan wordt om industrie in onze ge
meente aan te trekken, alsook voor het veel omvattende werk om te trachten
een nieuwe woonkern te bouwen, genaamd "Oranjestad", nu nog op Fijnaarts
grondgebied geprojecteerd.
Wanneer ik, mijnheer de voorzitter, bezwaren naar voren breng op hot voor
stel, zoals dit aan de Raad thans ter goedkeuring wordt aangeboden, dan
wil ik ter verduidelijking op de voorgrond stellen, dat ik de vooruit
strevendheid van het college van burgemeester en wethouders niet in de
weg wil staan, ja, wellicht genegen ben mijn stem te geven aan die onder
delen, welke misschien een zeker risico met zich mede brengen.
Ten opzichte van het nu gedane voorstel moet ik echter vaststellen, dat
het college mijns inziens te ver gaat in het nemen van maatregelen, die
de gebruikers van landbouwgronden, gelegen in do Sabina-Henrica en Beau
mont Polders in de uitoefening van hun bedrijf gaan belemmeren.
Wellicht is een te groot optimisme en idealisme van het oolloge van bur
gemeester en wethouders hier niet vreemd aan. Hot lijkt mij dan ook goed
de zakelijke en reële kant niet uit het oog te doen verliezen.
Wij hebben in een vorige vergadering gehoord, dat het college reeds grote
bedragen uitgegeven hoeft voor het gereedmaken van plannen, zonder dat
over een en ander met de Raad in eerste instantie overleg was gepleegd.
Ook dit kan ik mij voorstellen. Als men met groot enthousiasme aan een
plan werkt en nog wel 6<5n van deze omvang, dan rijdt men wel eens te
hard, waardoor de bocht niet op do meest verantwoordelijke wijze genomen
wordt.
Wanneer, mijnheer de voorzitter, het bouwen van een nieuwe woonkern, zoals
het college van burgemeester en wethouders dit zich voorstelt, een alge
méén belang is, mogen wij daar niet tegen zijn en hebben wij tot taak
Uw college te helpen, dit te realiseren. Het algemeen belang moet nu een
maal prevaleren boven het persoonlijk belang, in deze do bclangon der
gebruikers van de landbouwgronden in dat gebied, hoe bezwarend dit voor
hen ook moge zijn.
Toch, mijnheer de voorzitter, vraag ik mij af of het college van burge
meester en wethouders niet alleen te vroeg komt om die gebruikers van
landbouwgronden in de uitoefening van hun bedrijf te gaan belemmeren, maar
ook of het doen opdragen van dure opdrachten tot het maken van allerlei
plannen in dit stadium financieel verantwoord is. Zolang niet onherroepe
lijk is vast komen te staan hoe de situatie komt, na het aanleggen van de
t
i