Gezien het feit dat wij naar mijn mening nog altijd "beslist te weinig inkom sten hebhon uit het gemeentefonds, vergeleken dus met vergelijkbare gemeen ten in den lande, betekent dus eigenlijk dat wij onszelf te kort doen, Is er misschien nog een vraag die ik niet beantwoord heb? De heer Mariss Mijnheer de voorzitter, ik heb gezien in de toelichtingen dat U zich voorstelt in 5 jaar 300 huizon te bouwen,- 60 huizen per jaar. De voorzitter: Dat stellen wij ons niet voor, wij stellen dat dat nodig is. Dat is een groot verschil. De heer Maris: Waar komt dat optimisme toch vandaan? Als ik toch kijk naar wat we de laatste jaren krijgen aan woningen. Do voorzitter: Dat is ook een gruwelijk schandaal, mijnheer Maris, De heer Maris; Dat weet ik ook wel, maar ik geloof toch niet dat je veel kans hebt om er 60 per jaar te krijgen, 300 in de vijf jaar. De heer van Dist Zonder optimisme kun je niet boeren. Do voorzitter; Wij moeten naar voren komen met de noden die wij hebben en zeker waar het gaat dus om zaken die beslist worden buiten de gemeente. Als wij hier niet mee naar voren komen dan denkt iedereen, het gaat daar goed zo en men strooit kwistig huizen aan gemeenten die indertijd een heel plezierig contract hebben gesloten in een tijd dat het beleid op het gebied van de woningen totaal anders lag dan tegenwoordig. Wij moeten met hand en tand ons verzetten tegen dit bevoordelen var gemeenten ten koste van onze eigen gemeentenaren. De enige manier waarop wij dat kunnen doen is om de bevoegde autoriteiten op de hoogte te brengr.n van onze noden en de nood zaak die wij zien in het tegemoetkomen aan do woningbehoefte in onze gemeen te, aan de noodzaak van deze 300 huizen. Om eindelijk een oplossing te vin den voor de woningnood die in onze gemeente heerst, De heer MarisMynheer de voorzitter, ik heb U nog gevraagd hoe ver U met de onderhandelingen van het industrieterrein gevorderd bent? De voorzitter: We zijn op 't ogenblik in ond3rhandeling en dan kun je er eigenlijk weinig van zeggen, We hebben een bod gedaan en daar is op geant woord, Het is nog niet rond. Wij hopen zeer dat het binnen afzienbare tijd zal zyn en anders moeten wij wachten tot na do vaststelling van de uitbrei dingsplannen, daar is nu eenmaal niets aan to doen. De heer Marist HebtU al toezeggingen van autcriteiten dat wij een bijzon dere bijdrage krijgen? De voorzitteri Dat heb ik U net gezegd, dat hebben wy nog niet. Maar wy moeten er van uitgaan dat, onder andere ook cl) aankoopsprys en het gehele kapitaal dat nodig is, rendabel zal zijn. De heer Maris: Mijnheer de voorzitter, ik heb eek gezegd dat er op de in vestering voor I960 bijna een millioen staat, 7 1 kan ik me niet voorstellen dat burgemeester en wethouders in de veronderttelling leven dat we dat zul len krijgen. Het is zoiets van veel vragen, mo/plijk krijgen we er een vijfde van. Maar daar moeten wij ja op zeggen op die b noting en dat acht ik toch niet juist. Do voorzitter: En toch mijnheer Maris, moot U dit niet zien als een spel letje wat U mee moet spelen, dat bedoel ik hele;nal niet. De heer Maris: Maar hot wordt toch gevraagd van cns om dat spelletje mee te spelen. De voorzitter: Zo is hot niet. Dit is geen spellutje, mijnheer Maris, Dit is een redelijke behoefte van onze gemeente, \'ij voelen ona verplicht om deze redelijke behoefte naar voren te brengen. Wij hebben nooit een voor spelling kunnen maken van het woningbeleid of het ."'inancieel beleid. Wan neer inderdaad op een goed ogenblik de financiële xoestand van het land zo allerberoerdst zal zijn dat er voor geen enkele gomBinte iets over schitt, dan krijgen wij hot ook niet, daar ben ik van overtuigd, Maar wanneer einde lijk de noodzaak eens wordt ingezien om ook de noord-westhoek van onze pro vincie eens wat tot een hoger peil te brengen, tot het voorzieningsniveau te brengen, dat normaal geldend wordt geacht in ons land, dan zal men in derdaad accoord moeten gaan met de voorstellen zoals wij die doen. En daar moeten wij ons dus gezamenlijk mee accoord verklaren.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1959 | | pagina 93