- 15 -
De voorzitter: Het is inderdaad, een heel gevaarlijk punt, dat ben ik met
U eens. Maar we zullen het graag bezien of daar niet een of ander bord te
plaatsen is.
De heer van Dist Er is mij van bevoegde zijde medegedeeld dat toen de heer
Vissers aan het onderhandelen was over de verkoop van zijn woning, dat het
college van B. en de adspirant kopers bij zich heeft laten komen en ge
zegd heeft "dat pand moet je niet kopen, want dat kan wel eens door de
gemeente opgeruimd worden". Is het nu de taak van burgemeester en wethou
ders om tussenbeide te komen, wanneer iemand z'n huis wil verkopen aan een
ander, door dergelijke mededelingen te doen.
De voorzitter: Er is iemand bij mij gekomen, die vroeg of er iets tegen was
om dat huis van Vissers te kopen. En toen heb ik gezegd, dat de raad heeft
besloten dat er een wijziging uitbreidingsplan Fijnaart in voorbereiding
is. En dat huis van Vissers staat op een plek waar nu in het voorlopig
schetsplan een plein wordt gedacht. Dit besluit van do raad impliceert dat
bouwvergunningen worden aangehouden. Dat is niet een bevoegdheid, dat is
een plicht. Dus als de koper niets wil verbouwen aan het huis dan kan hij
het rustig kopen. Als hij er wel uitgebreid aan wil verbouwen dan heeft hij
dus de kans, een hele grote kans, dat de bouwvergunning niet zal kunnen
worden verleend, maar althans zal worden aangehouden. En dat heb fk, niet
het college van B. en W.dat heb ik dus gezegd.
De heer van Dist Maar U hebt nu feitelijk een beetje onrust verwekt in de
gemeente bij die mensen, die genegen waren dat huis te kopen en nu stel ik
de vraag maar eens, ligt het wel op de weg van U ook om die mensen een
beetje bang te maken om een pand aan te kopen,
De voorzitter: Ik heb ze niet bang gemaakt
De heer van Pisi Dan ben ik verkeerd ingelicht.
De voorzitter: Dan bent U waarschijnlijk verkeerd ingelicht. Ik heb ze dus
op hun verzoek precies verteld, wat het eigenlijk betekent als de raad een
besluit tot voorbereiding van een wijziging van het uitbreidingsplan heeft
genomen en wat de consequenties daarvan zyn.
De heer Maris: Mijnheer de voorzitter, het rapport van het woning-grondbedrijf
van 1956/57 heeft aangetoond dat er bouwgrond is uitgegeven beneden de
kostprijzen. Nu wil ik U vragen in een volgende vergadering eens mee te
delen of er nog premie-woningen zijn gebouwd? En welke consequenties of dat
had voor de huurders van de woningwetwoningen? Ik vraag er niet direct ant
woord op.
De voorzitter? Zodra die zaak rond is dan krijgt U h#t.
De heer Maris: Het is mijn bedoeling dat de raad hoort welke consequenties
dat heeft.
De voorzitter sluit de vergadering om 20.45 uur.