- 14 - Mynheer de voorzitter, dat werd altijd een fiasco en dat viel nooit mee. Dat zal misschien op andere grond wel gaan, maar op de kleigrond van Fjj— naart gaat dat zeer zeker niet. Gezien het polderpeil dat do laatste tijd nog verlaagd is, geloof ik zeer zeker dat het niet tot de realiteit kan "behoren dat hier deze plasvijvor ook voor een ijsbaan gebruikt kan worden en ik zie in hot bedrag eigenlijk niet, dat daar een nuttige be stemming aan gegeven kan worden. Voor alles mijnheer de voorzitter, hoop ik dat in 1959» welks begroting wij thans bespreken, een positief ge meentebeleid mag opleveren. Ik hoop dat de voorstellen die burgemeester on wethouders aan de raad voordragen met algemene stemmen kunnen worden goedgekeurd. De voorzitter? Dan wil ik beginnen met de heer Maris te beantwoorden. De voorbereiding van de begroting eist geruime tijd, dit is niet een kwes tie van een paar weken. Wij hebben vergeleken met 1958 nadelig saldo indien het nadelig slot 1958 door een subjectieve verhoging over 1958 zal worden gedekt. Een nadelig saldo van nog geen f. 5000>-« Hierin is begrepen een extra uitgave te betalen aan de Brabantse Bandijk van f« 10.000,—. U zou dus kunnen uitrekenen dat wij over 1959 feitelijk f. 5000,— lager zyn, Dus wat dat betreft zijn we de Minister volkomen in zijn verzoek tegemoet gekomen en we hebben over 1959 eerder minder dan meer geraamd dan over 1958. U hebt nog iets gezegd over speculeren op de subjectieve verhoging. We hebben echter zonder enige speculatie op grond van noodzakelijke uitgaven een verhoging van de algemene uit kering gevraagd over 1958. Het is een feit dat wij op 't ogenblik alles doen om oen industrievestiging zo spoedig mogelijk te realiseren. Dit is uiteraard een lange weg. Er worden veel plannen gemaakt, er wordt veel gecoördineerd, gepland en gepraat met allerlei instanties. Het is op 't ogenblik nog niet in zo'n stadium dat ik in het openbaar in de raadsvergadering bepaalde resultaten kan blootleggen. Ik hoop dat dit spoedig wel zal kunnen. U behoeft er niet aan te twijfelen, dat zodra het mogelijk is ik heus wel dingen naar voren zal brengen die het resultaat zyn van de besprekingen en van het vele werk met betrekking tot dit on derwerp, Zijn. er van U, ik zal het in het algemeen zeggen, die sugges ties hebben of inlichtingen over bepaalde onderdelen willen, dat heb ik al eerder gezegd, U bent altijd welkom. Of het mogelijk is om een extra bijdrage in verband met de industrievestiging te krijgen, dat is ook vol komen afhankelijk van de houding van het Ministerie van Economische Za ken. Ook daar zyn we druk mee bezig. Maar dan moeten er eerst definitie ve plannen zyn, De definitieve plannen zijn nog niet zover rond dat ik naar het Ministerie van Economische Zaken kan stappen om oen bijdrage te vragen. Het welvaartsplan zelf moet nog komen. Ik kan U verzekeren zo dra het komt, dat ik het met precies evenveel belangstelling zal bestu deren als IJ, Ik hoop dat wij een groter bouw—contingent krijgen, dan vorige jaren, want dat was bedroevend. Het aantal woningen gaat, gezien het aantal dat afgeschreven moet worden, alleen maar terug en niet vooruit. Wij komen dus niet zeggen» we hebben 6 woningen dus een winst van 6 woningen, daar is geen kwestie van. Wij moeton gezien de kwaliteit van de woningen die we in de gemeente hebben, veel meor woningen afschrijven, dan dat bijzon dere karig contingentje van 6 woningen dat met veel moeite, zoals U weet nog tot 6 is verhoogd, omdat de oorspronkelijke toewijzing maar 4 was. Ik hoop dus inderdaad en die hoop spreek ik zeer dringend uit, dat we over 1959 QQn aanzienlijk groter contingent zullen krijgen dan in 1958, omdat dan de noodtoestand op dit gebied zich nog zal verscherpen in onze geraeento. De reinigingsdienst heeft een tekort, daar hebben we al eens eerder over gepraat. Ik ben huiverig om de inkomsten van de rei nigingsdienst nog te verhogen, omdat de verplichte aansluiting by de reinigingsdienst niet mogelijk is. Het vacantiehuis in Halsteron heeft ook een tekort geraamd. Maar gezien het feit dat de eerste rekening van het vacantiehuis in Halsteren nog niet is opgemaakt kunnen we nog niet definitief zeggen of wij inderdaad voor een groot tekort zullen staan.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1958 | | pagina 90