Het geraamde "bedrag van f, 4200,voor telefoon lijkt mij nogal hoog ge grepen» Onder nr, 156 wordt geraamd voor Bouw- en Welstandstoestand f. 13000,Is een dergelijk "bedrag in overeenstemming met de diensten welke aan de gemeente worden verleend. Vooral nu in de memorie van toe lichting gesteld wordt dat verschillende gemeenten uit de gemeenschappe lijke regeling zullen treden wat in de practijk zal inhouden dat deze regeling steeds kostbaarder zal gaan werken. Ten slotte wil ik U nog wij zen op de plantsoendienst t.b.v. de beplantingen in do gemeente. Be gehe le beplanting geeft geen fraai beeld, gezien de vernielingen en do zorge lijke toestanden die daar over het algemeen heersen. En eindelijk wil ik U nog vragen mijnheer de voorzitter, er is voor een schildorsinvontaris f, 1000,— uitgetrokken, denken burgemeester en wethouders binnenkort te komen met het aanstellen van een gemeenteschilder? Bank U, I)e heer van Bis: Mijnheer de voorzitter, de inhoud van mijn beschouwing op de begroting is bijna hetzelfde als die van de hoer Maris. Want wanneer men de begroting nog maar doorgebladerd heeft dan vallen er onmiddellijk drie dingen op: le, dat zy niet getuigt van een zuinig beheer of oen streven naar een zuinig beheerj 2e. dat zij niet getuigt van een financieel economisch gevoerd beleid en dat een zekere drang uitgaat van het college van burgemeester en wet houders om zonder meer de uitgaven versterkt te verhogen 3e. dat de begroting een zeker program mist met welke voorstellen in be lang der gemeente en haar bevolking het college van burgemeester en wethouders in het komende jaar denkt te komen. Niettegenstaande de circulaire van de Minister, waarover de heer Maris het zijne reeds gezegd heeft, doet do gemeente precies of deze circulaire niet binnengekomen is, maar negeert zo deze volkomen. En er is geen drang om de begroting sluitend te maken zoals in de circulaire gevraagd wordt. Het college van burgemeester en wethouders brengt zelfs de moed op om lijnrecht tegen het verzoek van de minister in te gaan en deze volkomen te negeren, door de uitgaven sterk op te voeren en de begroting niet sluitend aan te "bieden. Een beroep op de gemeente door de Birocteur van de Nederlandse Bank om kalm aan te doen heeft schijnbaar op het college niet de minste indruk ge maakt. Wat betreft het 2e punt mijnheer de voorzitter zou ik vooral willen wijzen naar hoofdstuk VI. Ieder raadslid zal hot met mij eens zijn dat indien het commerciële bedrijfsleven een dergelijk economisch beleid zou voeren als het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van hoofdstuk VI dat Fynaart dan niet meer naar industrievestiging zou behoeven uit te zien, want dan zouden er werkelijk geen bedrijven overblijven. Het bedrijfsleven zou door zo'n beleid zichzelf uitschakelen en niet meer in staat zijn om met 7 dagen per week en met 24 uur per dag intensief te werken, het college van burgemeester en wethouders van Fijnaart via het belastingstelsel in de gelegenheid te stellen de verdiende geldon zonder meer in een half uur per week op te maken op de meest onverantwoorde wijze. Wanneer, mijnheer de voorzitter, het college er van uitgaat, de uitgaven met duizenden op te voeren, om via de subjectieve bijdrage honderden uit het gemeentefonds terug te krijgen, dan moet ik een dergelijke financiële politiek als niet ver sintwoord van de hand wijzen. Wat het 3© punt betreft mijnheer de voorzitter, ik kan niet ontdekken dat de begroting een zeker vast omlijnd program vertoont van die dingen, welke het college van burgemeester en wethouders, het komende jaar, zowel ia het belang van de gemeente als ook voor haar bevolking, denkt te doen. Wellicht mynheer de voorzitter dat er in het collego van burgemeester en wethouders wel activiteiten in voorbereiding zyn, maar dat deze niet in de begroting verwerkt zijn geworden, om het grote tekort op de gewone dienst nog niet groter te doon uitkomen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1958 | | pagina 87