- 8 - De heer van Dis: Dus mogen we het dan zo positief stellen, dat die in dustriëlen, waarmee U in onderhandeling geweest bent zich hebben terug getrokken enkel en alleon omdat U geen grond beschikbaar had. De voorzitter* Dat heb ik gezegd. Men kan niet tegen een industrie zeggeni Komt U over anderhalf jaar, dan heb ik het terrein na onteigening in m'n bezit. Dat is geen manier van onderhandelen. En dat gebeurt dan ook ner gens in het land, De heer Marisi Mijnheer de voorzitter, ik sta toch enigszins verbaasd dat U zoveel verwachtingen hebt van die industrievestiging aan de Langeweg, Ik heb dezer dagen wel in de krant gelezen dat de commissaris der ko ningin bij Bergen op Zoom grote industrieterreinen wil creëren. Ik heb ook gezien dat Moerdijk belangrijke perspectieven in de naaste toekomst biedt en ik kan ook begrijpen dat er andere gedeelten, die liggen aan een groot vaarwater mogelijke perspectieven zouden bieden. Maar het spijt mo dat ik moeilijk aan de Langeweg perspectief kan zien. Om nu een aantal jaren f, $000,toe te geven, mijnheer de voorzitter zou ik toch meer zekerheid willen hebben, dat die industrie werkelijk te realiseren is. De heer Muntersc Mijnheer de voorzitter, wat de heren Maris en van Dis hebben gezegd kan ik wel enigszins begrijpen. Het is inderdaad zo we moeten natuurlijk enige positiviteit hebben, Anderszijds kan ik mij Uw standpunt indenken als U zegt, wanneer we niets habben en wanneer hot er op een moment werkelijk op aan komt dat we iets moeten hebben, iets definitiefs, daa kan ik die zekerheid niet verlenen. Maar ziet U het beslist zo dat wij beide percelen nodig hebben? Ik zou haast voor wil len stellen het voorlopig met êên perceel te proberen. De verliespost wordt daardoor toch aanmerkelijk kleiner. Of meent U dat dat niet vol doende zal zijn. Wanneer dat niet voldoende is, dan moet U toch wel bij zondere perspectieven zien, want anders voel ik er eigenlijk gezegd niet zo buitengewoon veel voor. De voorzitter: Er zijn nog vele andere dingen dan alleen industrie die hier terecht kunnen. Er zijn ook kleine bedrijven die thans middenin het dorp zitten en daardoor behoorlijk vast komen te zitten. Het is nu een maal een zaak van normale planning om te proberen deze bedrijven, die bij elkaar horon inderdaad ook bij elkaar te krijgen. De heer van Dis:Mijnheer de voorzitter, ik stel voor alleen het perceel van de heer Laurense te kopen en dan zien hoe de toestand zich ontwikkelt. Het uitbreidingsplan ligt er nu al een jaar of zes en die gronden zijn al zes jaar bestemd voor de bedrijven welke U opnoemt, U praat over de toe komst, We v/eten ook niet hoelang het zal duren. Maar de aankoop van al die grond geeft elk jaar een kapitaalslast van f, 5100,—, Dat vind ik toch wol oen klein beetje teveel. De voorzitten Er is de laatsto 2 jaar meer gebeurd dan do laatse 6 jaar. De heer van Hoofs Ik geloof wel, als wij die gronden eerder hadden gehad, dat die al bebouwd waren geweest. De voorzitter* Is er een van U die het voorstel van de heer van Dis on dersteunt? De heer Maris: Mijnheer de voorzitter, nu uit Uw beantwoording blijkt, dat U in een en ander nogal perspectief ziet, wil ik het voorstel ondersteu nen om het perceel van Laurense aan te kopen. De heer Munters: Mijnheer de voorzitter, ik wil me graag bij het voorstel aansluiten. De voorzittert Dan zal eerst in stemming worden gebracht het voorstel van burgemeester en wethouders tot aankoop van beide percelen. Het voorstel van burgemeester en wethouders is aangenomen met zeven stem men v<5<5r en vier tégen. Tegen stemmen de heren Munters, Maris, van Dis en de Wit, 's\

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1958 | | pagina 84