De hoer van Dis: Mijnheer de voorzitter, kan dat hele object niet oen klein beetje beperkt worden? Wij komen tenslotte met een uitgave bij Gedeputeerde Staten van f, 45*000»voor 40 woningen. Zou dan de moge lijkheid niet aanwezig zijn dat Gedeputeerde Staten tegen ons zullen zeg gen* U kunt Uw gang gaan, maar er moet een zekere baatbelasting komen, Enwanneer wij nu Uw voorstel eens zo konden wijzigen, dat voor objecten welke de gemeente meer dan f, 1000,- kosten aan de belanghebbenden de helft van wat het meer kost in rekening wordt gebracht dan is er mis schien bij G,S. meer begrip omdat belanghebbenden er zelf ook iets voor over moeten hebben, We moeten niet vergeten dat er aansluitingen bij zijn welke f, 3000,kosten. Ik acht dat geen gering bedrag. De heer van Sprundel* Het is begrijpelijk dat de aansluiting per pand in dit geval hoog zal zijn, omdat het de allerlaatste aansluitingen zullen zijn dus het zullen ook de allerduurste zijn. Om nu met een paar panden te blijven zitten die niet aangesloten zullen worden, terwijl het de aller laatste panden betreft in de gemeente, daar voel ik ook niét veel voor. Daarom steun ik het voorstel van burgemeester en wethouders om alle pan den aan te sluiten, volgens het voorstel zoals het hier ligt. De heer Munters: Ik zou me toch eigenlijk willen aansluiten bij het voor stel dat de heer Maris zojuist naar voren heeft gebracht. Er zijn een paar wanden bij die in de toekomst vermoedelijk tot de krotwoningen gere kend zullen moeten worden. Dan vind ik het onverantwoord om dergelijke panden op zulke afstanden aan te sluiten. Wanneer de heer van Sprundel zegt dat het de laatste panden zijn die aangesloten moeten worden, dan moet ik hem toch mededelen dat het niet de allerlaatste zijn. Ik ken bij voorbeeld wel woningen die ook niet aangesloten zijn, maar die zijn niet aangesloten om het dood simpele feit dat de mensen zelf zeggen* wij voelen er niet veel voor omdat deze woning in een dermate slechte toe stand verkeert dat hij vandaag of morgen toch tot krotwoning zal verklaard worden. En ik geloof zeer zeker dat de woningen die de heer Maris be doelt, daar onder vallen. Met Slobbegorsedijk bedoelt hij vermoedelijk dat van Driesprong bij het watergemaal. Ik geloof dat daarvoor een uit zondering gemaakt moet worden, omdat in de toekomst tooh een ambtswoning bij het nieuwe watergemaal moet komen. Maar dat pand in de Appelaarsedijk zal in de toekomst zeker vervallen. Ik vind het voor de mensen die er op 't ogenblik zitten beroerd maar ik stel me voor dat die mensen wanneer er volop "woonruimte geboden werd in de gemeente, daar ook niet zouden willen wonen. De voorzitter* Ik wil de heer Maris en de heer Munters gelijk antwoorden. Het is beslist niet de bedoeling dat wij zonder meer opdracht geven aan de Waterleidingmij om alles aan te sluiten. Wanneer er enig uitzicht is dat deze huizen binnen afzienbare tijd niet meer bewoond zullen zijn, zou den burgemeester en wethouders er zeker niet aan denken om de waterlei— dingmij opdracht te geven om deze woningen ook aan te sluiten. De omstan digheid aan de Slobbegorsedijk hadden wij ook nog niet bekeken, maar U moet dit voorstel niet anders zien dan een sluitstuk op de watervoorzie ning in onze gemeente. Wanneer er mensen zijn die pertinent zeggen* ik wil niet aangesloten worden, dan is er een mogelijkheid voor hen om deze zegening, als ik het zo zeggen mag, voorbij te laten gaan, tenzij ze natuurlijk onder zodanige omstandigheden komen te verkeren dat zij ver plicht zijn aan te sluiten. Er is oen berekening gevraagd aan de Waterleidingmij van alle nog niet aangesloten panden. En als een van U nog andere weet die hier niet op staan, dan zou ik alleen maar prettig vinden als U dat even schrifte lijk aan burgemeester en wethouders doorgeeft, dan zijn wij ook meer inge licht.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1958 | | pagina 79