w 4 8» Voorlopige vaststelling: gemeente-rekeningen 1954 en 1955. Wethouder Bom: Ik wil over het algemeen m'n indruk geven over het rap port van de heren van Dis en Maris, Onder Algemeen punt 5 staat» "Op de financiële administratie wordt kritiek gemaakt. Dit behoeft geen verwon dering te wekken omdat hot bij het plaats gehad hebbende beheer van bur gemeester en wethouders onmogelijk was een behoorlijke administratie te voeren". Toen ik dit punt las, ik heb het nog maar kort in het bezit, was hot zo dat ik eerst dacht dat hier het ambtenarencorps in het alge meen eigenlijk bekritiseerd werd. Maar dat blijkt niet zo te zijn, ik wil daarom van deze plaats het ambtonarenoorps van 1958 en het corps van 1954 mijn hulde betuigen voor alles wat zij hobben kunnen doen om deze reke ning tot zover in orde to krijgon. Maar nu blijkt dat het hier is bekri tiseren van burgemeester en wethouders en dat is het algemeen stok paardje van de heer van Dis en do zijnen. Het is zo mijne horen, burge meester Ter Haar is verdwenen en nu is hot een klein kunstje, die man nog v/at moe te geven terwijl hij hoog in hot Noorden zit. Ik heb persoon lijk burgemeostor Ter Haar gekend als een heer, wat ze misschien van ons allen niet zouden kunnen zoggen. Mat wat do bekritisering betreft mijn— heor de voorzitter heb ik vanmiddag toch een ogenblik met de gedachte ge lopen om de portefeuille—kwestie te stellen. Dit gebeurt in het groot maar dit kan ook in het klein gebeuren. Maar aangezien ik voor mezelf de in druk heb gekregen dat ik nog geen behoorlijke plaatsvervanger in mijn plaats zou kunnen krijgen van de zogenaamde Protestant Christelijke groep, bon ik maar tot do conclusie gekomen mijne heren dat U genoegen moet nemen mot de wethouder zoals hij thans hier in Uw midden is. Dan heb ik in het rapport bij inkomsten en uitgaven iets gelezen over potjes. Met deze potjes, mijnheer do voorzitter, is het eigenlijk een oude geschiedenisHot is do hoer van Dis en Maris zeker bekend wat er met die potjes bedoeld is. Het was namelijk zo dat in de tijd na de ramp do burgemooster deze kwestie verschillende malen besproken heeft. De burgo— moester kreeg golden. Gelden die hem persoonlijk werden gegeven en waar hij persoonlijk mee mocht doen wat hij wilde. Dat heeft hij ook gedaan. Nu sta ik er enigszins van te kijken dat hiervan de ontvanger "niet op de hoogte is. Mij is bekend mijnheer do voorzitter dat de gemeente—ontvanger in do persoon van mijnheor Bouman do administratie bijhield van do golden dio door de burgemeester persoonlijk worden geschonken. Wij hebben er ver schillende maden over gediscussieerd en kwamen tot de conclusie dat de burgemeostor met die gelden doen kon wat hij wilde. De gemeente—ontvanger had do administratio on ik meen zeker te weten dat toon burgemeester Ter Haar weg ging, hot gold op doelmatige wijze is uitgegeven aan instellin gen of wat dan ook en dat de pot, voor zover mij bekend, ik wil dat nog wel evon mot mijnheer Bouman bekijken, leeg is. Dit zijn de punten mijnheer do voorzitter die ik naar voren wilde brengen. Ik weet het, de rost van de punten zijn me bekend, hot is niet meer dan normaal dat er kritiek op uitgeoefend wordt en wij zullen daar wel aan wonnen Do heer van Sprundel» Mijnheer do voorzitter, naar aanleiding van hot onderzoek van do begroting 1954 en 1955 dat ik met do heren van Dis en Maris heb gedaan zou ik aan de heren van Dis en Maris 2 vragen willen stellen. Ton eerste: Vrijdagavond waren wij overeengekomen om een gezamenlijke tekst van het rapport van ons onderzoek vast te stellen. Om welke ro den meent U zich later niet accoord met onze gezamenlijk opgestelde tekst te moeten vorklaren? Ten tweode: U heeft mij do uitdrukkelijke toezegging gedaan dat het niet in de bedoeling lag te vordoren dat eventueel onrechtmatig uitgegeven gelden in de gemeentekas zouden terugvloeien, waarom meent U Uw toe zegging te moeten intrekken? Ik meen toch te mogen verwachten dat men een bootje op elkaar moet kunnon doorgaan mijnheer van Dis en Maris,

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1958 | | pagina 71