- 7 - Wij hebban hier geloof ik ook wel wat verantwoordelijkheid gelegd op de schouders van de Fijnaartse werknemers. Maar ik ben er eerlyk gezegd niet zo verschrikkelijk bang voor dat de Fijnaart se werknemers al hun best zul len doen om wat b, en w. nu hier in dit rapport hebben geschreven waar te maken. Dat is wat de zaak betreft van de sociologische kant van dit rapport. Wij hebben dus vooruitlopend op het rapport dat nog zal verschij nen al een prognose gesteld. Dan omtrent hetgeen de heer Maris heeft gezegd.Inderdaad is Fijnaart en Heijningen tot nu toe geheel agrarisch geweest. En zoals ook uit het rap port blijkt is het niet de bedoeling om hot agrarisch karakter geheel weg te nemen, integendeel. Dit is eigenlijk een weerspiegeling van de aller eerste indrukken en de plannen die langzamerhand beginnen te rijpen. Het is de bedoeling om Fijnaart als agrarisch centrum te houden en dat dus eigenlijk sociologisch af te scheiden van het industriële centrum, dat in de westkant van do gemeente zal komen. Het is niet de bedoeling om een wedloop te gaan maken tussen Helwijk en Oranjestad. Ik kan mij levendig voorstellen dat wanneer de ene gemeente het voordeel ziet in het ene punt dat hij dat dan aanbeveelt en als er andere gemeenten zijn die hun voordeel zien in een ander punt, dat zij dan zullen proberen om dat tevens te be werkstelligen Het is bestuurlijk gezien voor onze gemeente beslist niet een voordeel om een grote kern te hebben vlak naast de gemeente, terwijl deze gemeente, om de industrialisatie in goede banen te leiden, veel geld en daarom méér inwoners nodig heeft, terwijl hieraan ook nog andere be stuurlijke problemen vast zitten. Bovendien hebben we wel degelijk ons oor te luisteren gelegd bij allerlei mensen die er wel het een en ander van weten. Het is in de Planologie een erkend feit om voor de stichting van een nieuwe stad een kenmerkend punt te zoeken. En in onze gemeente is be slist een kenmerkend punt het waterfront dat wij hebben in de buurt van de Sabina en van het voormalige fort de Ruyter. Dat heeft ons het idee gegeven die nieuwe kern,als er die moet komen,daar te leggen op de drem pel van Brabant eigenlijk. Zoals het nu gaat worden, rondom het fort Sabina, wat natuurlijk ook heel aardige mogelijkheden geeft met betrek king tot aanleg van een park, hoogteverschillen van terreinen, andere wateren die daar in de buurt zijn. Er is inderdaad voor een planoloog, stel ik me voor, iets moois van te maken. De heer Margry heeft toen hij hier deze lezing hield, die niet bedoeld was als een openbare lezing, gezegd dat inderdaad de gedachte uitgaat naar een uitbreiding van de ge vestigde industrieplaatsen. Maar er is ook naar voren gekomen dat de plek die wij hebben aangewezen in onze gemeente uitermate geschikt is, zodra de verbindingen goed zijn om daar ook industrie te vestigen. Het is n.l. zoals v/ij in het rapport hebben gezegd bij gunstige factoren, er zijn weinig plaatsen in Nederland die zo geschikt lijken als juist deze plaats omdat het een kruispunt is van alle mogelijke verbindingen, Langstraatweg, Zoomweg, Mark en Dintel, die verbeterd zal worden, het internationale vaarwater Volkerak en de spoorweg die or waarschijnlijk zal komen. In "Randstad en Delta" staat de spoorlijn al getekend. Nu zeg ik helemaal niet dat de spoorwegen het daarmoo eens zijn, want die hebben zich nog niet uitgesproken hierover, maar het zijn allemaal prognoses. Wij moeten allemaal rekening houden met de mogelijkheid, dat het die kant uitgaat en dan moeten we dus een plan klaar hebben. U moet het niet beschouwen als een onveranderlijk plan, maar het is dus een opsomming van inzichten die wij ons hebben vergaard in een lange tijd. En daarom ook begrijp ik niet goed het verwijt van de heer van Dis, dat we niet eerder de raad heb ben ingeschakeld. Want wij hebben de raad inderdaad ingeschakeld, elk raadslid heeft dat misschien niet direct beseft. De bijdragen aan deze nota zijn geleverd door het spreken met hoe langer hoe meer mensen, waar door we langzamerhand een bepaald inzicht hebben gekregen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1958 | | pagina 39