- 4 -
De raad heeft in de Raadscommissies "bij de behandeling van de begroting
duidelijk zijn standpunt naar voren gebracht, aangaande de toekomstige
ontwikkeling der gemeente.
Het heeft volgens mijn mening dan ook veel te lang geduurd, voordat het
college van b. en w* van zijn standpunt naar buiten liet blijken en onder
tussen met de andere gemeenten, zonder de mening van de raad te kennen,
over de plannen voor Fijnaart onderhandelingen voerde. Verschillende
punten welke in de nota naar voren zijn gebracht kan ik dan ook ten volle
onder s chr ijven
De verantwoordelijkheid voor de onder huidige moeilijkheden vermelde fa
cetten, zoals verwaarlozing openbare voorzieningen, hopeloze woontoe
standen en slechte stedebouwkundige groei door con voor Fijnaart verwaar
loosd uitbreidingsplan ligt echter voor eon zeer groot deel bij b. en w.
Had het college met het op dorppolitiek gegronde beleid op tijd gebro
ken en haar verantwoordelijkheid ook voor deze punten beseft, dan zouden
volgens mijn overtuiging de genoemde facetten in veel mindere mate spre
ken, Inderdaad mijnheer de voorzitter zijn de verbindingen met openbare
vervoersmiddelen niet ideaal, ook de telefoonverbindingen lieten geruime
tijd te wensen over. Daarbij mag echter in het openbaar gezegd worden, dat het
personeel zevol van de telefoondienst als dat van de B,B.A. alles gedaan
heeft om de bevolking van Fijnaart zo goed mogelijk te helpen.
Volledig moet ik instemmen met de bemerking dat de middenstand in Fij
naart, zeer tot schade van zichzelf, haar tijd niet is bijgebleven.
Verschillende zaken presenteren zich nog aan het publiek, zoals zij dit
50 jaar geleden ook deden, Ongetwijfeld, mijnheer de voorzitter, zal de
handeldrijvende middenstand, in haar eigen belang, deze achterstand zo
spoedig mogelijk moeten inhalen. Actieve steun en voorlichting van het
college van b. en w. zal in voorkomende gevallen nodig zijn.
Wanneor, mijnheer de voorzitter, deze nota de aanleiding mocht zijn, dat
ten opzichte van genoemde punten een geringe verandering ten goede
mocht ontstaan, dan alleen al zou de nota waardering moeten worden toe
gekend en zijn doel niet voorbijgeschoten zijn.
Het pogen om Fijnaart tot ontwikkelingsgebied te doen verklaren is
alleszins te aanvaarden.
at wil echter nog niet zeggen, mijnheer de voorzitter, dat de nota voor
mij op alle punten volkomen duidelijk is en geen vragen doet stellen.
De nota geeft aan, dat men nabij het voormalige Fort de Ruyter, thans
bekend onder de naam Fort Sabina, een stad wil bouwen om een 20,000
bewoners in zich op te nemen. Ik juich deze plannen toe.
Deze stad is in de nota aangeduid met de naam Oranjestad,
Gezien do invloed der Oranjes in de ontwikkeling der oude generaliteits
landen is deze naam zeer zeker denkbaar.
Mijnheer de voorzitter, is het nu de bedoeling dat deze stad een eigen
bestuur krijgt, met gevolg dat de grenzen van Fijnaart en Heijningen ge
wijzigd worden, of is het de bedoeling dat Fijnaart en Heijningen woon
kernen worden van Oranjestad.
Een derde mogelijkheid kan zijn, dat Oranjestad met zijn 20,000 inwoners
een woonkern wordt van het dorp Fijnaart en Heijningen,
Wanneer ik, mijnheer de voorzitter, verder in de nota stil sta bij de
gunstige factoren daarin genoemd, als zijnde attractief om industriën
aan te trekken, dan zou ik b, en w, de vraag willen stellen of deze
factoren niet te tegenstrijdig gesteld zyn geworden, met het sociolo-
gisch-rapport van het Opbouworgaan te Tilburg, en daardoor te veel
aan waarde inboeten.
Nu is het in de gemeente genoeg bekend, dat dit rapport met haar in
houd op verzoek van b, en w, en met medewerking van enige vreemdelin
gen in Jeruzalem, zo moest verschijnen, zoals het is. Doch dit geldt
niet voor do vreemdelingen.