- 13 - Wij met onze agrarische bevolking moeten toch oen kern, een bestaande kern in stand houden. Daaraan heb ik gewerkt, gelukkig met het goed- vinden van het hele college om daar en niet alleen in Oudemolen, maar ook in Zwingelspaan zoveel mogelijk de kern te handhaven. Dit is voort gekomen uit de gedachten van velen uit Oudemolen. Wanneer wij daar gaan bouwen, zijn er zeer zeker mensen die daar particulier gaan bouwen. Ik ben het met van Sprundel niet eens. Wanneer er bouwgrond is en wanneer er huizen komen, geloof ik niet dat men zal zeggen: "Wij zouden toch lie ver in Fijnaart wonen". Ik wijs er met nadruk op dat wij voor onze agra rische bevolking de kern Oudemolen wensen gehandhaafd te zien. De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, ik heb laatst een vergadering bijgewoond waar de heer Margry heeft uiteengezet dat wij uit economisch oogpunt niet moeten doorgaan met in de gemeenten kernen te gaan ontwikko len. Wij moeten uitgaan naar een meer centralisatie van een grote kern, aangezien die voor de mensen op zichzelf enorme economische voordelen oplevert. En wanneer wij nu ingaan tegen de adviezen van deskundigen, daar mag ik toch de heer Margry onder rekenen, die tenslotte toch met z'n statetische gegevens komt, dan ben ik het toch met van Sprundel eens dat we zeer voorzichtig te werk moeten gaan. Er zullen misschien een paar mensen zijn die op Oudemolen willen wonen, maar we weten het niet en daar om had ik zo graag gezien dat er bij de stukken een rapport gelegen had, hoeveel mensen verklaard hadden absoluut op Oudemolen te willen blijven wonen. Dat is voor mij de kernvraag dat het gehele voorstel beheerst en op grond waarvan een oordeel kan worden gevormd of we hier v<5-5r of t^gen moeten stemmen. Wij moeten het op het zakelijke vlak bekijken. Do voorzitter: Het is een feit dat wij als gemeentebestuur, de mogelijk heid moeten scheppen voor de Oudemolenaars, die beslist in Oudemolen willen blijven om daar te bouwen. En het is daarom dat ik het nooit eons zou kunnen zijn met iemand die zegt v/e moeten Oudemolen radicaal van de kaart vegen en aan de Oudemolenaars gelegenheid geven om alleen in Fij naart of ergens anders te bouwen. Het heet wel uitbreidingsplan, maar het is op zich zelf helemaal geen uitbreiding, want als U het optelt hoeveel huizen er hier op dit plan kunnen staan en U trekt de af te breken huizen er vanaf, dan zal er niet zoveel overschot zijn. Het plan moet klaar zijn. Als inderdaad blijkt dat er vele mensen in Oudemolen willen blyven, dan moet er gelegenheid zijn om te bouwen. De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, zo moet U het niet stellen zo stel ik het ook niet. U hebt mij toch niet horen zeggen dat ik die kern op wil ruimen. Ik zou een motief willen hebben waar ik me op kon reali seren: ik stem voor of tegen, en dan dient er een enquete gehouden te v/orden onder de bevolking. Wij hebben zopas een paar hectaren bouwgrond aangekocht en er zullen huizen gebouwd worden, en in dit verband wou ik dat er bij de stukken gelegen had, een uitspraak van mensen die perti nent zeggen wij willen op Oudemolen wonen en wanneer er in Fijnaart huizen staan, daar willen wij niet v/onen, want daar loopt het over. Het behoefte element dat is bij mij precies de vraag waar het om gaat. De voorzitter: Als er 1 man in Oudemolen zou zijn die definitief een stukje grond in Oudemolen wilde om een huis te bouwen, dan zouden wij die in de gelegenheid moeten stellen. En buiten dit plan bestaat er die gelegen heid niet in Oudemolen, Do heer van Dis: Ja, goed maar het gaat toch tenslotte om de grootto van de terreinen die men aankoopt. Do voorzitter: Het plan is altijd groter dan de eerste opzet. Het plan is alles omvattend, vandaar dat U ook nog stippen ziet op dit plan. Vandaar dat er uitbreidingsmogelijkheden in alle richtingen zijn, mocht het inderdaad zo zijn dat om een of andere reden die wij nog niet zien Oudemolen nog verder uitgebreid zou moeten worden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1958 | | pagina 14