- 7
De heer van Dis zegt dat het voorstel in prachtige
"bewoordingen is opgesteld, waarvoor men de auteur erken
telijk kan zijn. Als men het stuk echter goed leest, blijkt
dat het er om te doen is de bevoegdheden van de raad over
te dragen aan burgemeester en wethouders. De verantwoor
ding ^blijft echter bij de raad. Spreker gelooft dat het in
strijd is met de geest der gemeentewet als de raad zonder
meer op het voorstel in zou gaan. Daarom stelt de heer
van Dis burgemeester en wethouders voor dit onderwerp
terug te nemen en zich nader er over te beraden.
De heer Koomans van den Dries verklaart dat hij zich
aansluit bij de woorden van de heer van Dis,
De voorzitter zegt dat de heer van Dis het voorstel
alleen heeft bekeken volgens artikel 172 der gemeentewet.
Er zijn echter meer artikelen in de gemeentewet, voorts is
er nog de literatuur en de jurisprudentie. Het gebeurt
vaak genoeg bij de gemeenten dat een zaak niet in ;de raad
is behandeld en dat burgemeester en wethouders toch rustig
uitgaven doen, steunende op jurisprudentie en gewoonte.
Dit geeft meestal geen moeilijkheden, want het dagelijks be
stuur der gemeente is in handen van burgemeester en wet
houders Dit betreft dan de gevallen behorende tot het;
publTek recht. Zodra het gaat over zaken van privaatrecht
is de raad bevoegd en nooit burgemeester en wethouders
Het voorstel van burgemeester en wethouders, zoals het
hier ligt, is niet in strijd met de gemeentewet.
De heer van Dis maakt uit de woorden van de Voorzitter
op, dat het dus niet nodig zou zijn de bevoegdheden liggende
op publiekrechtelijk terrein over te dragen. In de vergade
ring van de Tweede Kamer der Staten Generaal is door
Prof. Romme gezegd dat de bevoegdheden van het parlement
niet zodanig zijn dat dit college behoorlijk kan werken.
Mutatis mutandis is dit ook op de gemeenteraad van toepas
sing. Spreker vraagt burgemeester en wethouders nogmaals
om het voorstel terug te nemen.
Ha overleg met de beide wethouders verklaart de voor
zitter dat het college hiertoe niet bereid is.
De heer Maris zegt te kunnen begrijpen dat in bepaalde
tijden voor burgemeester en wethouders in deze moeilijkheden
ontstaan. Spreker heeft echter nog een principieel bezwaar
in verbond met de zondagsviering. Hij stelt voor de gevraag
de delegatie te beperken tot verhuren of in gebruik geven op
werkdagen.
Het voorstel van de heer Maris wordt gesteund door de
heren G,. de Wit, H. van Dis en N. Koomans van den Dries.
In stemming gebracht zijnde wordt het verworpen met
4 - 7 stemmen. Vóór stemden de herenN. Koomans van den Drie
Dries, G. dé Wit, B.P. Maris en H. van Dis. Tegen stemden
de herenz H.A.Teeuwkens, J..G. Haverkamp, J.A.Th, van Sprun-
del, G.J.A.J. Jacobs, B.P. van Hoof, S. Bom en A.A.C. Ak
kermans.
Het voorstel van