een schrijven van het bestuur der Chr.Kleuterschool gevestigd
te Zwingelspaan d.d.16 juni 1956,houdende verzoek om overeen
komstig art.50 der Kleuteronderwijswet gelden te mogen ont
vangen voor aanschaffing van meubelen en leermateriaal.
Bij schrijven van 29 augustus 1956 stellen burgemeester en
wethouders onder overlegging van een ontwerp-besluit voor op
het verzoek afwijzend te beschikken,aangezien dit op een ver
keerd wetsartikel steunt.
De voorzitter zegt dat de inspectrice van het kleuteronderwijs
van oordeel is dat op dit verzoek artikel 62 van de Kleuter-
onderwijswet van toepassing is.Voor de school is dit wel een
financieel,maar hier is niets aan te doen.Bovendien kan de
school tegen de besliésing van de raad in beroep gaan bij ge
deputeerde staten. nadeel
De heer B.P.Maris verklaart dat hij het niet eens is met de
zienswijze van burgemeester en wethouders.
Artikel 62 van de Kleuteronderwijswet handelt over kleuter
scholen, die gevestigd zijn in gebouwen,welke "niet uitsluitend
voor het geven van kleuteronderwijs bestemd zijn". Het gaat
hier dus om gebouwen die ten dele bestemd zijn voor kleuteron
derwijs en ten dele voor enig ander doel.Een dergelijk gebouw
is echter in het onderhavige geval in het geheel niet aanwe
zig.Immers dat gebouw heeft slechts één wettelijke bestemming,
namelijk het geven van gewoon lager onderwijs. De omstandig
heid dat dit gebouw momenteel voor een deel beschikbaar is ge
steld voor de kleuterschool,heeft geen verandering van de wet
telijke bestemming van dat gebouw tengevolge.
De kleuterschool kan slechts tijdelijk van het leegstaande
lokaal gebruik maken.Zij zou dat lokaal onmiddellijk raoetn ont
ruimen, zodra het voor het gewoon lager onderwijs nodig zou zijn.
Er is hier derhalve slechts sprake van een tijdelijke oplossing
en niet van een definitieve voorziening,waarop artikel 62 der
Kleuteronderwijswet het oog heeft.
Ik wijs er nog eens met nadruk op,dat artikel 62 der Kleuter
onderwijswet spreekt van bestemd zijn voor het geven van
kleuteronderwijs.Die bestemming kan in de zin der wet in dit
geval niet aanwezig zijn.Er is in dit onderhavige geval in het
geheel geen bestemming voor het kleuteronderwijs aanwezig.
Er is alleen een feitelijk gebruik,dat in verband met de wet
telijke bestemming van het gebouw slechts van tijdelijke,voor
lopige aard kan zijn.
Tengevolge van het bovenstaande is een verwijzing naar artikel
62 der Kleuteronderwijswet in dit geval niet op zijn plaats.
De voorzitter zegt dat hij ook contact heeft ongenomen met het
Ministerie van Onderwijs,Kunsten en Wetenschappen.Men is het
daar ni_t eens met de zienswijze van Mr.Hangelbroek,de secreta
ris van de Unie Én de schoolraad.
Overigens moet deze geheel nieuwe materie