Verslag van de openbare vergadering van de raad der gemeente
Fijnaart c.a.op donderdag 30 augustus 1956,te 19 uur.
Tegenwoordig de heren: S.Bom, A.A.C.Akkermans, G.de Wit, B.P.
Maris, H.van Dis Jzn, G.J.A.J.Jacobs, B.P.van Hoof, N.Koomans
van den Dries, J .G-.Haverkamp en J.A.Th.van Sprundel.
Afwezig(zonder kennisgeving) de heer H.A.Teeuwkens.
Voorzitter: de Hoogwelgeboren Heer H.L.Sixma baron van Heemstra.
Secretaris: A.van Dis.
Om 19.15 uur opent de voorzitter de vergadering en zegt:
We zijn vandaag gekomen aan een zeer wonderlijk moment.
Het ogenblik namelijk,dat wij tot het besef moeten komen,dat wij
afscheid nemen van de Heer van Dis,secretaris van onze gemeente.
Het is de laatste keer dat de secretaris in ons aller midden is
en als we dit uitspreken dan moeten we er bij bedenken dat dit
zeggen wil dat hierbij wordt afgesloten een carrière die 50 jaar
geleden begon hier op deze plaats,een verdieping lager en dat
het 't einde betekent van de bekleding van een functie,op deze
plek en in dit huis,die ruim 36 jaar onafgebroken heeft geduurd.
Deze zeer bijzondere dingen zijn voor mij een reden-u zult mij
dit ongetwijfeld toestaan-om af te wijken van de vaste gebruiken
die een raadsvergadering kenmerken: Het open woord tot u allen
en tot het publiek,en het gesloten woord,de vraag en het korte
antwoord op fluistertoon,tot en van de secretaris.Graag zal ik
van een zeer open woord-in uw aller midden-tot de secretaris
richten.
Secretaris.
Ongetwijfeld zult u op dit ogenblik uw herinnering laten terug
gaan naar vervlogen tijden en het zal u daarbij wonderlijk te
moede zijn.Ik heb geprobeerd mij in te denken welke gedachten u
thans zouden beheersen,maar mijn fantasie schoot te kort en ik
geloof niet dat u mij dit kwalijk zult nemen.
Het ogenblik dat ik een vergeeld stuk papier onder ogen kreeg
deed me het besef goed bijbrengen dat ik beslist niet in staat
zou zijn u in dit verleden te volgen.Met sierlijke krulletters
stond het op dit vergeeld stuk papier geschreven: uw vaste
aanstelling in 1910.Wat voor u een levendige herinnering moet
zijn van een bereikt resultaat een kroon op het werk wat u hier
als volontair hebt verricht,is voor mij een jaartal uit een ge
schiedenisboek.
Zo gaat de tijd door.
Ja,tijd is een eigenaardig begrip .Hij gaat voort en is niet te
stuiten.In onze dagelijkse bezigheden denken wij veelal in minu
ten en deze minuten verstrijken met een medogenloze zekerheid.
Zij klonteren samen tot dagen weken en jaren en de tijd gaat door.
En met het verstrijken van elke minuut verandert de wereld ook
om ons heen.
Wanneer u,secretaris,