Deze methode wordt beter geacht dan het uitspreken van een for
mulier-gebed. Deze mededeling wordt gedaan naar aanleiding van het
verzoek van de heren van Sprundel en Marid in de vergadering van
5 april 1956.
Zonder enige discussie en zonder hoofdelijke stemming besluit de
raad met dit voorstel accoord te gaan.
De heer Koomans van den Dries zegt te hebben geconstateerd dat d^
werken tot verbetering van de Kwartiersedijk zijn stilgelegd.
Spreker vraagt wat hiervan de reden is.
De voorzitter deelt mode dat de arbeiders tijdelijk bij de aanleg
van de Valenciennesstraat zijn ingezet omdat dit werk dringerder
was,maar het ligt in de bedoeling het werk aan de Kwartiersedijk
zo spoedig mogelijk voort te zetten.Spreker zal dit punt bespreken
met de gemeente-opzichter.
De heer Teeuwkens vraagt of de voltooing van de verbetering van
de Helsedijk achterwege blijft.
De voorzitter zegt dat men bezig is met de voorbereidingen,waar
bij enkele technische moeilijkheden zijn te overwinnen.
De heer Teeuwkens geeft in overweging het nog te verbeteren ge
deelte te bewerken volgens de oude methode.Door afsluiting van
andere wegen zal het verkeer over de Helsedijk drukker en gevaar
lijker worden.
De voorzitter zegt toe deze zaak met de opzichter te zullen be
kijken.
De heer Jacobs vraagt of het mogelijk is de subsidie die in som
mige gemeenten aan de geestelijkheid gegeven wordt voor het werk
onder de jeugd ook in Fijnaart toe te kennen. De geestelijkheid
is volgens 'spreker een"vergeten groep."
De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders aan dit onder
werp aandacht zullen schenken.
De heer van Dis herinnert de voorzitter aan de vragen die hij in
de vergadering van 11 maart 1954 heeft gesteld aangaande de ge
schonken bedragen ter leniging van de watersnood:
1. Is het mogelijk dat burgemeester en wethouders de raad mededelen
welke bedragen van diverse gemeenten,instellingen of personen
bij dit college zijn binnengekomen
2. Zijn deze bedragen aan de gemeente geschonken tot leniging van
de nood tengevolge van do ramp of zijn deze gelden zonder meer
in handen gesteld van burgemeester en wethouders
3. Wanneer de eerste zinsnede van punt 2 bevestigend beantwoord
lean worden,mag de raad dan van uw college in de volgende verga
dering mededeling worden gedaan,hoe deze bedragen zijn besteed
Spreker zegt dat burgemeester en wethouders tot heden hebben ver
zuimd de. gevraagde toelichting te geven en verzoekt alsnog ant
woord.
De voorzitter zeg'c dat burgemeester en wethouders zich over deze
kwestie zullen beraden.
De heer B.P.van Hoof vraagt wie het toezicht heeft op de speel
tuin.In de apooltuin gebeuren ongeregeldheden door de grotere
jeugd. Spreker heeft vernomen dat er momenteel geen toezicht
meer is en vraagt maatregelen van gemeentewege in verband met de
zedelijkheid
De voorzitter verklaart