De heer van Sprundel heeft vernomen dat enkele personen die een woning hadden gekochtmoeilijkheden ondervonden hij het ver krijgen van een vestigingsvergunning. Spreker wil graag hierover enkele inlichtingen. De voorzitter zegt dat de uitvoering van de Woonruimtewet uit sluitend burgemeester en wethouders aangaat.Het is moeilijk om deze zaken in de raad te bespreken.Bepaalde moeilijkheden kunnen echter altijd worden bezien. De heer Maris zegt dat de voorzitter wel gelijk heeft,maar toch heeft de raad het recht over woningzaken vragen te stellen.Het is echter beter dit in een besloten vergadering te doen. De voorzitter zegt dat hij in een na deze openbare vergadering te houden besloten raad de leden gaarne in de gelegenheid wil stellen met het college van burgemeester en wethouders over de uitvoering der Woonruimtewet van gedachten te wisselen. De heer van Sprundel herinnert aan zijn reeds eerder gedane vraag oip de raadsvergaderingen met een kort gebed te beginnen. Inder tijd is er niet op gereageerd,maar misschien zijn de standpunten nu gewijzigd.De raadsvergaderingen zijn zeer belangrijk en nu is het begin der beraadslagingen zo koud en droog. De voorzitter is van mening dat de droogheid alleen aan de be woordingen ligt.Spreker heeft zich in dit onderwerp nog niet verdiept,maar zijn eerste reactie is het niet te doen,omdat de terreinen ver uit elkaar liggen,d.w.z.het gebed en de aardse zaken,vaak kleinigheden,die behandeld worden.De verantwoording dringt toch wel tot de raadsleden door. De heer Maris steunt de heer van Sprundel,maar spreker meent dat burgemeester en wethouders zich over deze kwestie eerst zul len beraden. De voorzitter zegt dat het college dit graag zal doen. De heer Maris zegt dat,zoals de voorzitter opmerkt^,wel alleen over materi'éle dingen gesproken wordt,maar ook hierin zijn we toch afhankelijk van Hem,Die alles regeert. De heer van Sprundel zegt dat men bij het behandelen der onder werpen wel tegenover elkaar kan staan,maar dan is men toch 6én in het gebed. Aan de heer de V/it worden op diens verzoek door de voorzitter enige inlichtingen verstrekt over de aanleg van waterleiding in de onrendabele gebieden en over verhuur van tuingrond te Heii- ningen. De heer Teeuwkens bepleit nogmaals soepele toepassing van het uitbreidingsplan ten opzichte van degene die op een eigen plaats je wensen te bouwen of bestaande bebouwing wensen uit te breiden. De voorzitter zegt dat deze zaken niet eenvoudig liggen,boven dien moeten burgemeester en wethouders zich houden aan het plan en de betrekkelijke voorschriften.Spreker verzoekt vragen over deze onderwerpen voortaan schriftelijk te stellen,dan kan de beantwoording beter worden voorbereid. De heer Haverkamp vraagt of er bouwgrond beschikbaar is als er geen gelegenheid is om langs de dijken te bouwen. De voorzitter zegt dat de verandering van de bestemming der grond (punt 13 der agenda)verdere woningbouw weer mogelijk maakt. De heer Teeuwkens zegt

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1956 | | pagina 26