kunnen bekoren,wil ik toch gaarne gevolg geven aan mijn opdracht om namens de Protestant Christelijke raadsfractie de nieuwe bur gemeester en zijn verloofde van harte welkom te heten in onze ge meente. Ik spreek de hoop uit dat U beiden hier in Fijnaart een prettige tijd tegemoet gaat. dit inderdaad het geval zal zijn,zal in grote mate van U zelf afhangen,of U ieder op Uw eigen terrein op de juiste wijze Uw plaats in onze dorpssamenleving weet in te nemen. De bevolking van Fijnaart is,hoe slecht men haar ook in sommige rapporten en courantenartikelen mag afschilderen,welwillend te genover de mensen,die tonen haar te begrijpen. Doch dit burgemeester zijn uiteindelijk woorden,die ik tegen ieder,die zich in onze gemeente gaat vestigen,zou kunnen uitspre- ken.Ik wil daarom in het kort ingaan op de verhouding,die er tussen U als burgemeester en ons als raadsleden zal bestaan. Ongetwijfeld heeft U reeds gehoord van de spanningen en moeilijk heden, die er naar men zegt in onze raad bestaan.Of dit zo is moet ieder voor zichzelf maar uitmaken,maar of deze spanningen en moeilijkheden zo ze er zijn,ook tijdens Uw bewind zullen be staan zal afhangen van de wijze waarop U onze gemeente bestuurt. Een verlanglijstje zou men U bij een gelegenheid als deze voor kunnen leggen,maar ik zal dit bewust niet doen. Het belangrijkste vind ik dat U artikel 1 van de gemeentewet ten volle onderschrijft en dat U begrijpt dat Uw beleid op het zake lijke vlak ligt. Bij Uw werk zult U tevens rekening moeten houden met de financi ële draagkracht van de gemeente.Uw beleid ten opzichte van dit punt zal,gezien de financiële toestand onzer gemeente Uw gehele persoonlijkheid vragen. Bij een zakelijk verantwoord financi'éel economisch beleid zult U op de volle steun van onze fractie kunnen rekenen. Ik zou door kunnen gaan om in alle bewoordingen bij deze instal latie van de burgemeester te spreken.Ik acht zulks niet nodig en zelfs overbodig. De daad is thans aan de burgemeester v/elke als voorzitter van de raad zijn werk aanvangt. Ik wil hierbij de hoop uitspreken,dat Uw beleid zo zal zijn dat bij een eventueel afscheid van onze gemeente evenveel of meer oprechte en hartelijke woorden gesproken kunnen worden dan thans,aangezien dit nu uiteindelijk niet moeilijk is. Ik eindig met de bede uit te spreken dat God U moge helpen bij de taak,die hier op Uw schouders gelegd is. De gemeente-secretaris,de heer A.van Dis,zegt hierna; Geachte burgemeester. Als Hoofd van de secretarie is mij door de secretarie-ambtena ren verzocht U geluk te wensen met de aanvaarding van het bur gemeestersambt. De op Uw schouders gelegde taak moge een mooie zijn,dit neemt niet weg,dat U bij de uitvoering daarvan geplaatst zult worden voor talrijke en vaak moeilijke vraagstukken ten opzichte van een goede regeling van de huishouding der gemeente of van een verstandige uitvoering der

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1955 | | pagina 99