Nu moet men mij niet misverstaan.Voor zeer urgente zaken als
woningbouw,onderwijs,moeten de nodige middelen beschikbaar zijn.
Mijnheer de voorzitter.Tenslotte wil ik U de vraag stellen,kan
deze begroting gezien de ministeriele brief zonder wijzigingen
bij gedeputeerde staten worden ingezonden
In eerste instantie wil ik het hierbij laten.
De heer H.van Dis zegt dat de ministeriële brief maant tot voor
zichtigheid. Spreker had verwacht dat niet-noodzakelijke uitgaven
achterwege waren gebleven,vooral nu do rente en aflossing die be
taald moeten worden voor de onrendabele projecten hogebedragen
vergen.Dit is niet goed voor een gemeente als Fijnaart.
De voorzitter zegt dat hij het eens is met do heren Maris en van
Dis,al wil hij niet spreken over onverantwoordelijk financieel
beleid.
De heer Maris zegt dat hij alleen in het algemeen heeft gesproken.
De voorzitter zegt dat de brief van do minister van binnenlandse
zaken inderdaad voor bepaalde gemeenten een rem is.Het is ver
heugend dat gemaand wordt tot vo )rzichtigheid.
De hoer Mafis wil een antwoord pp zijn vraag of het aangaat de
ministeriële brief zonder meer terzijde te leggen.
De voorzitter meent duidelijk gesproken te hebben waar hij ver
klaarde dat het financieel beleid der gemeente Fijnaart niet
onverantwoordelijk genoemd kan worden.
De heer Maris vervolgt dat de minister vraagt bij het samenstel
len der begroting rekening te hnuden met de werkelijke cijfers
der uitkeringen uit het gemeentefonds en daarmede de begroting
sluitend te maken.
Op de aangeboden ontwerp-begroting is een tekort van ongeveer
f 35.000-,dus ook Fijnaart loopt vooruit op het toekennen van
een extra-bijdrage.
Hierna ontstaat een discussie over de inhoud van de betreffende
circulaire en de hiertegen gerezen bezwaren.De secretaris is van
mening dat het beter is de begroting,zoals deze er ligt,in te
zenden,vooral omdat er geen nieuwe kapitaalsuitgaven of investc-.*:&f
ringen op voorkomen.De begroting zal dan wel worden onderzocht
en dan zal gezegd worden wat wel en niet kan.
De Vereniging van Ned.Gemeenten heeft in een aan de Tweede Ka
mer der Staten Generaal gericht schrijven er op gewezen,dat wij
blijkens de ministeriële circulaire thans staan voor de situatie
dat zowel de subjectieve als de objectieve verhoging van de al
gemene uitkering nagenoeg zal worden stopgezet.Voor de beoorde
ling van de redelijkheid van dit voornemen is de concrete situ
atie waarin de gemeenten zich bevinden als-mede de concrete
situatie waarin zich de nederlandse economie en de staatsfinan
ciën bevinden,van grote betekenis.
De heer van Dis constateert dat het natuurlijk moeilijk is de
aangeboden ontwerp-begroting te wijzigen naar aanleiding van de
ministeriële circulaire.
Spreker heeft de cijfers der