Bij stemming blijken te zijn uitgebracht: 8 stemmen op W.Ver
schuren en 2 stemmen op T.van den Hout, zodat V/. Verschuren benoemd
is.
4. In de vacature van Mach.Kannekens worden aanbevolen:
le.Mach.Kannekens (aftredend(
2e.J.A.Th.van Sprundel.
Bij stemming blijken te zijn uitgebracht: 7 stemmen op Mach.Kan-
nekens en 3 stemmen op J.A.Th.van Sprundel,zodat Mach.Kannekens
is benoemd.
5. In de vacature J.B.van Seijderveld worden aanbevolen:
le.Mevr.J.Sneep-Nijhoff
2e.Mevr.M.Smits-Koek.
Bij stemming blijken te zijn uitgebracht: 5 stemmen op Mevr.J.
Sneep-Nijhoff,4 stemmen op mevr.M.Smits-Koek en 1 stem blanco,
zodat mevr.J.Sneep-Nijhoff benoemd is.
zie decimaal nummer t.1.778.545)
Rondvraag
De heer G.de Wit vraagt aandacht voor het instellen van een
parkeerverbod op een gedeelte van de Oude Heijningsedijk nabij
de bungalows.
De voorzitter zegt dat hij deze zaak zal bekijken.
De heer B.P.van Hoof vraagt om maatregelen te nemen tegen het
storten van vuil door particulieren te Oudemolen.
De voorzitter zal ook dit nagaan.
De heer Koomana van den Dries vindt dat hét herstel van de weg
over de Kraaiendijk niet goed is uitgevoerd.
De voorzitter zegt dat het werk nog niet af is en dat deze
zaak wel goed zal komen.
De heer Teeuwkens verzoekt om maatregelen te nemen ter ophef
fing van de slechte toestand der woningen van de bouwvereniging
aan de Hoge Heijningsedijk.
De voorzitter zegt dat deze huizen moeten worden afgebroken.
Zo luidt hot besluit van het ministerie van Wederopbouw en
Volkshuisvesting,maar het gemeentebestuur wil deze woningen be
houden omdat zij met niet al te grote uitgaven hersteld kunnen
worden.
De mening van het gemeentebestuur wordt echter niet door het
ministerie gedeeld.Nu zal aan 3 deskundigen gevraagd worden een
rapport over het herstel op te maken,in welk rapport verklaard
moet worden dat men het werk voor het aangegeven bedrag der kos
ten van herstel wil uitvoeren.
Het gemeentebestuur zal trachten dit rapport te bespreken met
de minister.
De heer Koomans van den Dries wil noodherstel aan de woningen
in verband met het doorregenen.
De heer Teeuwkens verklaart dat noodherstel niet mogelijk is.
Als op een vraag van de heer Maris of de datum van afbreken
al vastgesteld is,de voorzitter ontkennend antwoordt,merkt eerst
genoemde op dat provisorische voorzieningen nodig zijn omdat het
dan te lang duurt voor in deze zaak een beslissing is genomen.
De voorzitter is eveneens van