De voorzitter zegt dat de kosten van het rapport f 200-bedragen. Wanneer de heer van Dis constateert dat hiervoor geen crediet^ aan de raad is gevraagd,deelt de voorzitter mede dat het bedrag met uit- de gemeentekas wordt genomen. De heer van Dis vraagt of het gemeentebestuur aan het Provinci aal Opbouworgaan toestemming heeft gegeven om het rapport te pu bliceren, voordat dit aan de raad was aangeboden orÊ heeft het Pro vinciaal Opbouworgaan dit uit zichzelf gedaan.Het rapport moet eschouwd worden als een stuk voor enkele vooraanstaande mensen en niet voor de gehele gemeente.Spreker vraagt zich af of het niet juister geweest was om een opdracht van de raad te laten uit gaan gezien do geestelijke nood,het materialisme en de primitivi teit der bevolking,die beschreven moest worden.Als spreker ten slotte komt tot de verklaring van de voorzitter over de betaling van de kosten van het rapport,vult laatstgenoemde deze verklaring aan met de mededeling dat het bedrag genomen zal worden uit het fonds van de Deventer-kunstschilders van de watersnood. Waarop de heer van Dis constateert dat hierdoor gehandeld wordt in strijd met de bedoelingen van de schenkers.Dit is gewoonweg iets van ter Haar,Mevrouw Dekker,Mejvan Seijderveld dn de heer os.Deze hebben een methode gevolgd om de vestiging van een dorpshuis te verwezenlijken.Er zal bijgezegd zijn doe maar niet te zachtjes,want de bevolking van Fijnaart moest toch gewezen worden op haar achterlijkheid.Het rapport had eigenlijk moeten zeggen dat het bedoelde groepje energieloze mensen deze methode aangenomen haoden om hun doel te bereiken. Het rapport zal wel veel waarheden bevatten,want het beeld dat geschetst is,is landelijk.Maar dat in het rapport gesproken wordt over primitiviteit en geestelijke achterlijkheid is niet op zijn plaats. Het rapport is zelf oorzaak dat men er niet te veel waarde aan moet hechten.Spreker vraagt zich af,wat die geestelijken dan in de afgelopen jaren hebben gedaan.Wordt in het rapport hun eigen werk niet gediskwalificeerd Geschetste traditionalisme wel zo erg.De z.g.importmensen e^gen dit.De gemeente heeft een christelijke geest maar men ver trouwt zijn kinderen toe aan een humanistisch gebrienteerde dame. Door noG andere uitdrukkingen betwijfelt spreker of het rapport wel het werk is van ter Haar.Is dit zo,dan kan'het rapport be schouwd worden als een 2e erfenis van genoemde.De eerste was zijn onverantwoordelijk economisch beleid.Het rapport is zeer kleurig samengesteld.Er is op het gebied van verenigingen met cijfers ge- Spreker heeft zich er over verwonderd dat burgemeester en wethou- te h 'bbenraPP°rt publiceren zonder het zelf eerst bestudeerd ?0voorzitter zegt dat hem van publicatie niets bekend was.De op dracht is echter gegeven zonder financi'éle consequenties voor de gemeente.Wat burgemeester ter Haar betreft,spreker vindt het jam mer dat hier dergelijke woorden gebruikt worden ten opzichte van een burgemeester £>00 0x1.0lel

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1955 | | pagina 65