gelden uit de gemeentekas beschikbaar te stellen voor het herstellen van een schadeveroorzakende constructiefout aan het dak van het schoolgebouw. Bij schrijven van 5 Januari 1955 stellen burgemeester en wethouders onder overlegging van een ontwerp-besluit voor de gevraagde medewer king te verlenen. Zonder enige discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel en het aangeboden ontwerp-besluit vast- £C6S"fcGld« (zie decimaal no. -1.851*2 B 06). 4. Vaststelling bedragen per leerling over 1955» gewoon lager onder wijs. Bij schrijven van 5 Januari 1955 doen burgemeester en wethouders de raad ter vaststelling toekomen een ontwerp-besluit tot bepaling van het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 55bis, le lid, der lager- onderwijswet 1920 voor het gewoon lager onderwijs, over het jaar ïybb op f. 31.11. n j De heer B.P.Maris zegt dat het in dit bedrag verrekende deel voor ad ministratiekosten ad 20 ct. te laag is. In 1946 is bij een K.B. hier voor 75 ct. aangenomen. De voorzitter deelt mede dat het bedrag is vastgesteld m overleg met de inspecteur van het lager onderwijs. De heer Maris is van mening dat de autonomie der gemeente niet ver plaatst móet worden van de raadzaal naar het bureau van de inspectie te Roosendaal. Spreker stelt voor het bedrag der administratiekosten vast te stellen op 75 cent en alzo het bedrag per leerling op f.51.bb. De heren Kannekens en Koomans van den Dries ondersteunen dit voorstel. Eerstgenoemde wil het bedrag der admnistratiekosten nog hoger bereke nen in verband met de gestegen lonen en prijzen. Ook de heer van Dis wil het bedrag nog hoger stellen. Het voorstel van de heer Maris wordt hierna zonder hoofdelijke stem ming aangenomen en het hierdoor gewijzigde ontwerp-besluit vastge steld. (zie decimaal no. -1.851.2/07-2). voortgezet gewoon lager onderwijs. Bij schrijven van 5 Januari 1955 doen burgemeester en wethouders de raad ter vaststelling toekomen een ontwerp-besluit waarbij het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 101, vijfde lid-, der lager-onderwijs- wet 1920 voor het voortgezet gewoon lager onderwijs voor het jaar 1955 wordt vastgesteld op f. 65.-. Zonder enige discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel en het ontwerp-besluit vastgesteld, (zie decimaal no. -1.851.2/07-2). uitgebreid lager onderwijs. Bij schrijven van 5 Januari 1955 doen burgemeester en wethouders de raad ter vaststelling toekomen een ontwerp-besluit, waarbij het beara* per leerling, bedoeld in artikel 101, vijfde lid, juncto artikel 55 bis, eerste lid, der lager-onderwijswet 1920, voor het uitgebreid lager onderwijs voor het jaar 1955 wordt bepaald op f. 51.55. De heer van Dis zegt dat na een jaar practijk gebleken is dat de De- schikbaar gestelde vergoeding te laag is. Spreker stelt voor het be drag te bepalen op f. 60.- per leerling, welk voorstel wordt onder steund door N.Koomans van den Dries en G-.de Wit-* De voorzitter deelt mede dat de norm

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1955 | | pagina 5