De Voorzitter zegt, dat een exploitatie-opzet nog niet te geven is.
Er is bovendien nog kans op rijkssubsidie voor vormingswerk onder de
jeugd. De colleges van burgemeester en wethouders der drie gemeenten
staan voor 100 achter hét plan, In deze eeuw moet de jeugd in haar
vorming worden bijgestaan. Deze kostelijke gelegenheid door Zweden ge
boden moeten wij niet laten passeren.
De heer van Dis vraagt of het vacantiehuis uitsluitend voor de drie
gemeenten bestemd is.
De Voorzitter zegt, dat ook anderen het vacantiehuis kunnen benutten.
Op een vra,ag van de heer van Dis of de drie gemeenten het vacantie
huis v/el volledig kunnen bezetten, antwoordt de voorzitter bevestigend.
De heer van Dis verklaart voorts niet te kunnen inzien, dat de jeugd
uit Halsteren in eigen gemeente vacantie gaat nemen. Spreker herhaalt,
dat het principieel niet juist is, dat de raad voor dertig jaar blanco-
crediet geeft aan de stichting. Ook artikel 9, hetwelk zegt, dat voor
zover niet anders is bepaald, het dagelijks bestuur bevoegd is tot
alle rechtshandelingen, gaat nogal ver.
De Voorzitter zegt, dat het dagelijks bestuur verantwoording schuldig'
is aan het stichtingsbestuur en dit bestaat uit deskundigen. Het dage
lijks bestuur zal zeker trachten het vacantiehuis zo economisch moge
lijk te financieren.
De heer Maris, sprekende over artikel 1 van het raadsbesluitzegt, dat
de redactie beter zou kunnen luiden: "De onder II bedoelde bedragen
moeten door de stichting worden aangewend voor aankoop van grond
voor de bouw en de inrichting van een vacantiehuis in plaats
van de voorgestelde redactiedie alleen spreekt over aanwending voor
de bouw van een vacantiehuis.
De Voorzitter zegt, dat de door de heer Maris aangegeven redactie
misschien beter is.
De heer Maris wijst vervolgens op artikel 6, sub c, der statuten,
waarin gesproken wordt over een vertegenwoordiger van de Gereformeer
de Gemeente te Eijnaart. Spreker zegt, dat in Fijnaart geen Gerefor
meerde gemeente is, wel een Gereformeerde Kerk.
De Voorzitter zegt, dat deze omschrijving reeds gewijzigd is.
De heer Maris zegt vervolgens, dat het beter is als de vertegenwoor
digers van de Protestantse Kerken v/orden benoemd door de Kerkeraden
en niet door de predikanten.
Spreker wijst op artikel 9, sub a, der statuten, waarin vermeld wordt,
dat het dagelijks bestuur, na verkregen machtiging van het bestuur
bevoegd is tot het aangaan van geldleningen.
Hieruit volgt, dat dit dagelijks bestuur dus grote kapitaalsinveste
ringen kan doen zonder dat de garant blijvende gemeenten gekend worden.
Spreker heeft hiertegen principiële bezwaren. Hier wordt gehandeld
voor en over, echter zónder ons.
De Voorzitter zegt, dat er vertrouwen moet zijn in het dagelijks be-
stuur, anders zou voor elk besluit ruggespraak gehouden moeten worden.
Spreker vraagt, welke redactie de heer Maris dan wenst.
De heer Maris wil de bevoegdheid tot het doen van investeringen geven
aan de gemeenteraad, die tenslotte dertig jaar lang garant is.
De heer van Dis voegt hier aan toe, dat niemand, zelfs voor een jaar,
een ongelimiteerde borgtocht zou geven.
De Voorzitter vraagt, waarom deze opmerkingen niet gemaakt zijn in de
vergadering, die op 8 Juni j.l. aan dit onderwerp is gewijd.
De heer Maris merkt op, dat de stukken ook te laat rondgestuurd zijn.
Hierna blijkt uit een vergelijking tussen de rondgestuurde stukken en
die welke de voorzitter—