Kort verslag van de "besprekingen na afloop der raads vergadering van 28 April 1955 gehouden omtrent ontei gening van gronden vóór woningbouw en straataanleg. De voorzitter geeft een overzicht van de gronden, die naar de me ning van burgemeester en wethouders moeten worden onteigend, t.w. a. de percelen van H. van Dis Hz. tussen Kerkring, Edvard Grieg- straat en Boomgaardstraat; b. het perceel van A.F.Maris in plan-West achter de premiewoningen c. de percelen van Graaf Moretus, J.M.van Oorschot en A. van Dis, tezamen vormende de Hazebrouckstraat. De voorzitter deelt voorts mede, dat de onteigening van een strook grond van 100 m diepte aan de Oostzijde van de Langeweg punt van bespreking"heeft uitgemaakt in de vergadering van burgemeester en wethouders. Het E.T.I.rapport acht de vestiging van een industrie voor 50 h 60 arbeiders mogelijk. Indertijd zijn verschillendeaan vragen tot vestiging van klein-industrie ingekomen. Persoonlijk is spreker hiervan voorstander, maar de wethouders hebben in deze hun standpunt nog niet bepaald. Wethouder Bom is tegenstander van het niet voor landbouwdoeleinden benutten van goede cultuurgrond. De heer Maris verklaart geen voorstander te zijn van het samentrek ken van woningen in Eijnaart. De agrarische bedrijven worden be dreigd door onvoldoende woongelegenheid. Spreker noemt als voor beeld Zwingelspaan. De voorzitter zegt dat de middenstand van Oudemolen om woningbouw aldaar gevraagd heeft, maar het is in het belang van de vlassers dat zij nabij Eijnaart wonen. De heer Kannekens is voorstander van vestiging van vlasbedrijven in de Langeweg. Spreker toont met voorbeelden aan dat dit stand punt juist is. De heer Haverkamp verklaart naar aanleiding van de woorden van de voorzitter en wethouder Bom dat de gemeente toch alle eigen arbei ders móet kunnen plaatsen, teveel arbeiders moeten elders gaan werken. De heer Maris heeft de indruk, dat het E,T.I,rapport niet erg vleiend is voor de vestiging van industrie te Eijnaart. De heer Koomans van den Dries zegt dat de klein-landbouwers die de grond in de Langeweg pachten door onteigening zullen worden gedu peerd. De heer Bom (wethouder) betoogt dat Eijnaart een agrarische gemeen te is. De gemeente moet zorgen dat de middenstand in Oudemolen een bestaan houdt, getrokken uit de derkers in de landbouw. Spreker zal de laatste zijn om industrievestiging in het groot te bevorder ren. De heer Haverkamp stelt daartegenover dat de landarbeiders in deze agrarische geireente geen emplooi vinden. De heer Teeuwkens wijst op de mogelijkheid om grond langs de Mark als industrieterrein aan te wijzen. De heer Maris verklaart over onteigening geen uitspraak te willen doen voor hij weet welke plannen burgemeester en wethouders heb ben met Oudemolen en Zwingelspaan. De heer Kannekens zegt dat de klein-landbouwers die de grond in de Langeweg pachten deze toch voorlopig kunnen behouden, zolang de indsutrie de grond nog niet nodig heeft. De heer Teeuwkens wijst nogmaals

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1955 | | pagina 39