12.Aanmerkingen gemeente-begroting 1954
Ter tafel komt een schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
van 26 Mei 1954,G.Nr.71030,111e afdeling,bevattende aanmerkingen op de
gemeente-begroting voor 1954.
Bij schrijven van 16 Maart 1955 stellen burgemeester en wethouders
voor aan deze aanmerkingen te voldoen.Een ontwerp-besluit tot wijzi
ging der begroting 1954,hiermede verband houdende,wordt ter vaststel
ling aangeboden.
Zonder enige discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
overeenkomstig dit voorstel en het ontwerp-besluit tot wijziging van
de begroting vastgesteld.
(zie decimaal nr. -2.07.552.11
13.0pcenten Personele belasting 1955/56.
Vervolgens komt aan de orde een schrijven van Burgemeester en wethou
ders d.d.Februari 1955 waarbij onder overlegging van een ontwerp-be-
sluit voorgesteld wordt voor het belastingjaar 1955/56,150 opcenten te
heffen op de hoofdsom van de personele belasting.
Zonder enige discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het
ontwerp-besluit vastgesteld.
(zie decimaal nr. -1.714.31
14.Vaststelling gemeente-begroting 1955
De voorzitter verzoekt aan de commissie,belast geweest zijnde met het
onderzoek der begroting,hierover verslag uit te brengen.
De heer G.de Wit leest hierna het uitgebrachte rapport voor,waaruit
blijkt dat voorgesteld wordt om de op de volgnummers 114(kosten van be
strijding van de tuberculose) en 124 (contributie aan het Koningin
Wilhelminafonds voor de kankerbestrijding)uitgetrokken bedragen te
verhogen met respectievelijk f 90.- en f 49.-,zodat de bijdrage aan
beide verenigingen gesteld wordt op f 100.-per jaar,en de begroting
voor het dienstjaar 1955 niet de hiervoor genoemde verhogingen en ver
der overeenkomstig het ter onderzoek overgelegde ontwerp-vast te
stellenzodat op de gewone dienst de inkomsten en uitgaven een gelijk
bedrag aangeven van zeshonderd drie en tachtig duizend zeven honderd
twee en tachtig gulden acht en veertig cent f 683.782,48 en op
de kapitaaldienst de inkomsten worden vastgesteld op twee millioen
twee honderd vier en veertig duizend vijf honderd drie en tachtig
gulden twee en negentig cent.( f 2.244.583,92 en de uitgaven op
twee millioen zes honderd drie en negentig duizend acht honderd veer
tien gulden vier en veertig cent. f 2.693.814,44
De Voorzitter dankt de leden der commissie voor het nazien der begro
tingsstukken en in zonderheid de heer de Wit,voor het uitbrengen van
het verslag.
Het in dit verslag vervatte voorstel tot verhoging van de ramingön op
de posten nrs.114 on 124 is nog niet met de wethouders besproken,
maar spreker is persoonlijk wel voorstander van deze verhogingen,om
dat de goede zaak wordt gesteund.
De heer KannekenS verklaart het in deze eens te zijn met het voorstel
van de commissie.
Aan de heer Haverkamp wordt op diens verzoek medegedeeld dat de be
treffende bedragen aan de plaatselijke organisaties worden uitbetaald.
De heer Haverkamp.