Vergadering van de gemeenteraad op Vrijdag, 15 Januari 1954,
des n.m. 7-30 uur.
Tegenwoordig de heren S. Bom, A.A. C. Akkermans, P.P. Weijnen,
G. de Wit Jzn.H. van Dis Jzn.N. Koomans van den Dries, G.G.
Kannekens, H.A. Teeuwkens, J.G. Haverkamp en J.A.Th, van Sprun-
del. Afwezig zonder kennisgeving de heer B.P. Maris.
Voorzitter de Edelachtbare Heer P.W. ter Haar
SecretarisA. Boumanwaarnemend.
Cm 7.30 uur opent de voorzitter de vergadering en zegts
■Mijne Heren,
Het afgelopen jaar zal voor altijd in ons geheugen "blijven
gegrift als het rampjaar 1953» waarin ook onze gemeente tenge
volge van een alles verwoestende vloedgolf, naast talloze men
senlevens, over een grote oppervlakte have en goed zag verloren
gaan.
Onze gedachten "blijven uitgaan naar hen? die voor altijd van
ons zijn weggenomen en tevens naar hen, die zijn achtergebleven,
eenzaam met hun gemis.
God geve deze nabestaanden de kracht hun grote verlies te
dragen en de moed en de steun om het leven verder te gaan.
Dankbaar denk ik aan de spontane internationale hulp uit alle
delen van de wereld, een ware manifestatie van eensgezindheid,
die wel een lichtend voorbeeld voor ons is en ons de verplich
ting oplegt, die eensgezindheid, zoals wij die in de dagen na
1 Pebruari 1953 hebben ervaren, te blijven nastreven.
Wij denken aan hen, die bij het reddingswerk en het dichten
van de dijken hun leven en beste krachten hebben ingezet.
Ik noem hier allereerst het Nederlandsche Roode Kruis, de afde
ling Fijnaart en andere afdelingenparticulieren, diverse leger
onderdelen, studentenorganisaties, enz. enz. en vooral allen
uit onze eigen gemeente, die zo taai volhardend hebben gewerkt.
De geestelijkheid, de brandweer, de drenkelingenploeg, de V. V.H.
en ook de ongenoemden, die ieder op zijn plaats en zijn wijze
deed, wat van hem of haar werd gevraagd en zelfs veel meer dan
dat.
Dankzij aller krachtsinspanning kon onder het deskundig toe
zicht van genie en waterstaat met de droogmaking van de elf on
dergelopen polders worden begonnen, met als resultaat, dat eind
April 1953 de laatste polder, namelijk de Sabina- Henri ca pol der
droog kwam.
Doordat de Rijkstaxateurs op tijd de aangerichte achade aan
woningen en bedrijven kwamen opnemen, konden de lichte schade
gevallen beneden de 3000»- snel worden hersteld. Tot op he
den zijn 156 panden beneden de 1000,- schade; 67 panden van
1000,- tot 3000,-5 47 panden van 3000,- en hoger, her
steld. Gereed is gekomen de boerderij D 232 van A. Geilings en
bijna is herbouwd de boerderij C 118 van Ma de Hoon. Met de
herbouw van de volgende boerderijen is een aanvang gemaakts
D 227, S. Crena de Yongh; D 131, Wed. Korteweg en D 231 van
de Meeberg. Gereed tot aanvang van de bouw is het pand D 214
van Joh. van de Merbel. In aanbouw zijn de volgende arbeiders
woningen.' D 182 en D 183 van P. Maris-Bom; D 230 van A. Elen-
baasterwijl houten woningen worden geplaatst voor N. de Vos,
D 246 en J. Moerland, D 189.
Ook de huisraadschade werd uit het Nationaal Rampenfonds èp
billijke wijze vergoed. Het Nederlandsche Roode Kruis zorgde
voor dekens en linnengoed. Op alle terreinen is hard gewerkt,
onze gemeente-opzichter en de ambtenaren van bouwtoezicht werk
ten dag en nacht, onze gemeente-ambtenaren hebben tot nu toe
ononderbroken ook des avonds overgewerkt.