Dit voorstel wordt gesteund door de heren Weijnen en
Hamers.
De heer Koomans van den Dries merkt op, dat er in de
kom Heijningen geen kleine "bedrijfjes gebouwd mogen
worden. Hij dringt er op aan zo spoedig mogelijk een
plaats aan te willen wijzen waar de kleine boeren kun
nen bouwen, vooral daar het vee voor de winter onderdak
moet hebben.
De voorzitter zegt, dat voor de kleine bedrijven grond
wordt gezocht bij particulieren, hetgeen wel zal ge
lukken.
De heer Kannekens ziet niet graag, dat de kleine boeren
langs de dijken bouwen.
De voorzitter deelt mede, dat de grond van de familie
Bos te klein is voor het aantal aldaar te bouwen wo
ningen. De heer Stam van Bouw-woning-en welstandstoe
zicht toont de geprojecteerde uitbreiding van de kom
te Heijningen. Op dit plan staan geprojecteerd 15 wo
ningwetwoningen, een jeugdgebouw en 21 houten woningen,
alsmede 10 woningen voor particuliere bouw.
De voorzitter zegt, dat er 19 herbouwgevallen zijn en
5 belanghebbenden voor premie-bouw, zodat er een te
kort aan bouwgrond is voor 12 woningen.
De heer Koomans van den Dries vraagt zich af of de
grondkosten niet veel te hoog worden.
De voorzitter antwoordt:',' dat voor de houten woningen
meer grond nodig is dan voor stenen woningen. Dit is
voorgeschreven door het Roode Kruis en de volksgezond
heid. Voor de enkele houten woningen is 4-60 m2 grond
per woning nodig, voor de dubbele houten woningen
535 ni2 per woning, voor de aaneengebouwde stenen wo
ningen 236 m2 per woning en voor de dubbele stenen
woningen 375 m2 per woning.
De heer Koomans van den Dries blijft bij zijn standpunt,
dat de grondkosten ontzaglijk duur blijven.
De voorzitter zegt, dat volgens het Ministerie een ze
kere compensatie in de grondkosten zal worden gegeven.
De heer Ardon vindt het onbillijk, dat in Heijningen het
volle pond moet worden betaald en in Fijnaart niet.
Hij noemt een grondprijs van f. 15per m2 voor de
eerste huizen in Fijnaart, terwijl de grond is doorver
kocht voor f. 3>75 per m2.
De heer van Dis kan
De heer van Dis kan niet begrijpen, hoe de heer Ardon
aan f. 15per m2 bouwgrond komt. Dit moet toch wel op
een vergissing berusten. De heer Ardon zegt, dat hij het
zwart op wit heeft gezien. De voorzitter kan niet begrijpen
hoe de heer Ardon aan deze prijs komt.
De heer van Dis merkt nog op, dat er geen begroting van
kosten voor de grond van Theeuwis is en vraagt zich af
waarvoor gestemd moet worden.
De voorzitter antwoordt, dat reeds in een vorige vergadering
een kostenbegroting is overgelegd.
De heer van Dis vindt dat er geen economisch gebruik ge
maakt wordt van de grond. Volgens zijn mening kunnen er op
de grond van Bos 50 woningwetwoningen gebouwd worden.
Voorts vraagt hij of er al mensen zijn voor de houten
woningen
De voorzitter antwoordt, dat het vaststaat, dat 7 in aan
merking willen komen voor zo*n woning. Bovendien is de
regeling zo, dat de gemeente eerst de woningen opbouwt,
waarna ze overgenomen kunnen worden door de rampslachtof
fers, die eigenaar-gebruiker geweest zijn van een verwoest
of niet meer te herstellen perceel. De heer Stam deelt mede.
dat er 17 eigenaar-bewoners zijn, die voor een houten wo
ning in aanmerking komen. De mensen willen eerst de woning
zien en dan pas overnemen.
De houten woningen zijn beter dan de stenen woningen.
De voorzitter zegt, dat, indien de grond van Theeuwis wordt
aangekocht, de grondkosten naar verhouding goedkoper worden.
De heer van Dis vraagt of de 17 eigenaren in aanmerking
komen om daar te bouwen en hoe gaat het met de aanvragers,
die daar niet willen bouwen. Waarvoor dienen eigenlijk de
15 woningwetwoningen in Heijningen.
De voorzitter antwoordt, dat deze woningen voor rampslacht
offers zijn.
Hierna wordt het voorstel van de heer Ardon in stemming
gebracht en aangenomen met 8 tegen 3 stemmen. Tegen stem
den de heren: Geuze, B. P.Maris en van Dis.
Een brief van het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuis-
vesting te s-Gravenhage van 4- Augustus 1955 betreffende
de aan deze gemeente geschonken houten woningen. I
De heer van Dms vraagt of een rampslachtoffer, die een
houten woning aanvaardt, zijn herbouwplicht verliest.
De voorzitter antwoordt
1