te laten varen en de 13 woningen in Heijningen te bouwen.
Het wil mij voorkomen dat het-verkrijgen van de grond niet
zo gemakkelijk zal gaan. Het is beter de plannen stuk voor
stuk af-te werken.
De voorzitter zegt te concluderen dat het in de gedachten-
gang van de heer van Dis dus nodig is de grond van de fam
Versluijs aan te kopen.
De heer van Dis antwwordt ontkennend. Zolang men de
grond van de heer H.van Dis Hzn. niet heeft moet men niet
tot aankoop van grond van de-fam.Versluijs overgaan.
De woningwetwoningen zijn in Heijningen nodig. Het is niet
gewenst de mensen van Heijningen 2 maal te laten verhuizen,
eerst naar Fijnaart en dan weer terug. Heijningen is ramp
gebied en niet Fijnaart.
De voorzitter zegt persoonlijk geen bezwaren te hebben
tegen de visie van de heer van Dis.
De heer van der /alen zegt dat deheer v|j Dis de behoef
te van de mensen van Heijningen wel beter kennen dan hij,
maar spreker wil opmerken dat del3 woningen huurwoningen
zijn.
De heer van Dis meent te weten dat de minister van weder
opbouw en volkshuisvesting op het standpunt staat dat wo
ningbouw op de eerste plaats dient te geschieden door
particulieren, dan door woningbouwverenigingen en tenslotte
door de gemeente. Op de pas gehouden vergadering met de
gegadigden voor bouw met premie is gebleken dat men deze
methode graag wil. Waar haalt t gemeentebestuur de mo
gelijkheid om te bouwen vandaan wanneer zich eens 20 per
sonen komen aanmelden? -
De heer Bom zegt dat hij zich inzake de bcuw van woningen
in plan-Oost heeft Men leiden door de voozitter. Eerst
wilde spreker niet in plan-Oost gaan bouwen, daarna is
een bespreking hieromtrent gehouden met de heer H.van Dis
die zijn stem gaf aan het verlenen van een opdracht aan
architect L. van Dis.
De heer H.van Dis zegt dat hij dit plan goedgskeurde
uitgaande van.de veronderstelling dat de gemeente de grond
van de.heer H.van Dis Hzn. in eigendom heeft. Spreker
stelt tenslotte voor om bouw van woningwetwoningen in plan
Oost te laten wachten en de 15 woningen in Heijningen te
plaatsen en de architect L.van Dis
plaatsen en de architect L.van Dis opdracht te verlenen dit
plan uit te voeren.
Dit voorstel, in stemming gebracht zijnde, wordt met al
gemene stemmen aangenomen.
Bouw 10 houten woningen te Fi.jnaait
De heer van der Palen 'geeft een overzicht van de situatie
en stelt voor om de houten woningen in plan-Oost te bouwen,
omdat in West geen voldoende bouwgrond aanwezig is in verband
met de animo voor premiebouw door particulieren en ook omdat
dé woningen in West minder passen (planologisch gezien) dan
in Oost.
Op een vraag van den heer N.Koomans van den Dries geeft de
de heer van der Paleri te "kennen dat in plan Oost plaats is
voor slechts 8 h 9 houten woningen.
De heer N.Koomans van den Dries merkt vervolgens op dat de
grond van de fam.Versluijs geen toegangsweg heeft, dus eerst
is het nodig de grond van H,van Dis Hzn. in handen te krijgen.
Na enig over en weer gepraat blijkt dat een toegang tot de
grond van Versluijs wel aanwezig is, waarna de heer Koomans
van den Dries besluit met op te merken dat al krijgt men een
uitweg, een aansluiting met de Kerkring niet aanwezig is.
Het voorstel van burgemeester en wethouders om grond aan
te kopen van de famVersluijs, vervat in hun schrijven aan de
raad van 17 Juni 1953,- waarbij wordt overgelegd een ontwerp
besluit, wordt hierna gewijzigd en aangevuld met de restric
tie dat de grond alleen wordt aangekocht mits er houten wo
ningen op worden gebouwd. In stemming gebracht zijnde wordt
het aangenomen met 6 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heren:
N.Koomans van den Dries, B.P.Maris, H.van Dis en J.D.C.G-euze.
12. Vergoeding art.13L.O.wt 1920.
In behandeling.komt een schrijven van A.J.Maris B 337
Fmjnaart, d.d. 25 April 1953, houdende verzoek om overeen
komstig het bepaalde in art.13 der L.O.wet 1920 de reiskosten
verbonden aan het bezoeken van de Chr.B.L.O.school te Klundert
i
door zijn zoontje Johannes, te willen vergoeden.
Bij schrijven d.d. 17 Juni 1953 stellen burgemeester en
wethouders de raad, onder overlegging van een ontwerp-besluit
voor afwijzend op dit verzoek te beschikken in verband met
de financiële toestand van betrokkene.
Zonder enige discussie