Rondvraag. De iïeer Geuze vraagt inlichtingen over de toewij zing van houten woningende heer Ardon over de re geling der huisraadschadewelke inlichtingen dool? de Voorzitter worden verstrekt. De heer H.Koomans van den Dries vestigt de aandacht op. het weer. berijdbaar maken van de Kwartiersendijk, welke zaak blijkens mededeling van de Voorzitter de aandadht. heeft van-burgemeester en wethouders. De heer Koomans van den Dries informeert vervolgens naar de electrificatie der buitenwijken, welk onder werp weer met de P.H.E.M. zal worden opgenomen, aldus de Voorzitter. De heer H.van Dis zegt de mening te delen van de Voorzitter, uitgesproken bij diens overzicht over de watersnood aan het begin der vergadering, dat vele bewoners van de polders in hun slaap door het water werden verrast met de voor hen noodlottige gevolgen. Ten opzichte hiervan is blijkens de handelingen van de Tweede Kamer der Staten Generaal in de verga dering van dit college door de Minister van Verkeer en Waterstaat onder meer gezegd: "In Eijnaart zijn, indien ik juist ben ingelicht, zeer vele mensen gewaarschuwd, doch verscheidenen van hen vertrokken niet en gingen naar de zolder; zij die achter twee dijken woonden werden niet gewaarschuwd. De tweede dijk, de slaperdijk, was sedert mensenheugenis niet doorgebroken. In deze polders zijn de mensen in hun bed verrast door het rijzende water, ik acht het gewenst en noodzakelijk dat in deze vervolge op ruimere schaal zal worden at gealmeerd. Mijnheer de Voorzitter, aldus spreker, door deze mededeling heeft de minister, onder voorbehoud of zijn inlichtingen juist zijn, een krans van zelf verwijt gelegd op de graven van de slachtoffers, on nodig te zeggen dat dit voor de nabestaanden niet prettig klinkt. Spreker stelt daarom de volgende motie voor: Aan zijne Exeellentie de Minister van Verkeer en Waterstaat te 1s-Gravenhage Aan Zijne Excellentie de Minister van Verkeer en Waterstaat 1s-Gravenhage De Gemeenteraad van Eijnaart en Heijningen op 1 April 1953 in vergadering bijeen; kennis genomen hebbende van het watersnooddebat uit de handelingen van de 2e kamer der staten generaal, waar bij de Minister van Verkeer en Waterstaat de indruk heeft gevestigd dat de overgrote meerderheid van inwoners van de buitenpolders in EL jnaart gewaarschuwd werden, doch hun huizen niet wilden verlaten en naar de zolder gingen overwegende dat hierdoor ten onrechte een blaam van on voorzichtigheid en eigen schuld 'op de slachtoffers van de watersnood in deze gemeente wordt geworpen, daal? dit niet overeenkomstig de werkelijkheid is; verzoekt de Minister deze woorden te willen rectifi ceren, opdat de krans van zelfverwijt door bovengenoemde mededeling op de graven der slachtoffers gelegd, hierdoor wordt weggenomen; vraagt de Burgemeester deze motie ter kennis van de Minister te brengen en gaat over tot de orde van de dag. Zonder enige discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt de motie vastgesteld. Hierna sluit de Voorzitter de openbare vergadering. 16. Bezwaarschrift schoolgeld. Het in comité-generaal ter tafel gebracht ontwerp-be- sluit inzake een door Abr. Polak te Willemstad ingediend bezwaarschrift tegen een aanslag in het schoolgeld bijz. u.l.o. 1950-1951 wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming vastgesteld. De Voorzitter

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1953 | | pagina 16