Als algemeen beleid is het niet doortrekken van de straat bij de 9 woningen ook niet acceptabel.De moeilijkheid ligt in het landbouwbedrijf van Wed.H.van Dis ;maar Ir.Buskens wil toch adviseren deze operatie te laten gebeuren,want dit is minder erg dan het plan te laten verkommeren en de straat bij de 9 woningen te laten worden tot een slob.De mensen van genoemd bedrijf hebben lang geprofiteerd van de nabijheid van het dorp,zij zijn het nu die het eerst moeten lijden.De Provinciale Planologische Dienst is echter zover mogelijk gej- gaan met sauveren van het erfmaar acht het apriorie weggooid en van de mogelijkheid het straten plan in Oost te complete ren,niet gewenst. De heer Koomans \a n den Dries brengt naar voren het denkbeeld geopperd in de vergadering van 12 Juli j.l.om de verbinding van de straat der 9 arbeiderswoningen naar de Kerkring te projecteren via een ombuiging naar de Koningin Julianastraatj. Dit is ook'beteromdat de Kerkring te smal is voor het ver keer. Ir.Buskens zegt dat men ombuiging maar aan een kant kan be bouwen.De oplossing is niet fraai en het is zonde van het geld. De heer Bom sluit zich aan bij de mening van de heer Koomans van den Dries wat betreft de Kerkring. Ir.can Oyen merkt op dat de te projecteren straat nooit een verkeersweg zal worden.Op het plan is de straat organisch opgenomen.De bezwaren tegen het schenden van het bedrijf van Wed.K.van Dis zijn door de Provinciale Planologische Dienst niet licht voorgesteld. De Voorzitter leest hierna voor het rapport van Ir.Teppema deze kwestie betreffende. Ir.Buskens zegt minder hartzeer te zullen hebben van uitstel van de aanleg van de verbindingsstraat dan van het positief blokkeren van de mogelijkheid hiervoor.Overigens is dit een kwestie van beleid van het gemeentebestuur.Nogmaals brengt spreker naar voren dat een uitbreidingsplan alleen richtlij nen aangeeft,het is geen urgentie-plan,want de uitwerking ervan wordt later geregeld door het gemeentebestuur.Hij pleit nogmaals voor het compleet maken van plan Oost,vooral in ver band met een eventuele reactie van de Provinciale Directie van de Wederopbouw en Volkshuisvesting. De heer B.P.Maris zegt dat het uitbreidingsplan hem groots opgezet voorkomt.Als in plan-Oost gebouwd wordt,lijkt plan- V/est hem overbodigdoch een doorbraak van de straat der 9 woningen naar de Kerkring maakt het plan incompleetin deze is spreker het eens met de zienswijze van de Provinciale Pla nologische Dienst. Ir.Buskens is van mening dat een projectie in West,zij het niet in details,absoluut nodig is om belanghebbenden zekerheid te geven. Spreker wil nogmaals waarschuwen tegen het beginnen met een plan en dit niet afmaken,want dan wordt de bebouwing een chaos en niet geordend.De tactiek van het gemeentebestuur moet er juist op gericht zijn het plan af te maken. Ir.van Oyen merkt op dat de doorgang vastgelegd moet worden, de realisering ervan kan wachten,maar niet -detailleren van zoo een klein gedeelte is ongewenst. De heer J.T.Ardon zegt dat door de uitbreiding in Oost eerst de noodboerderij van C.L.Stoop is ingebouwd.Om nu weer de boerderij van Van Dis in te bouwen lijkt spreker dom. De Voorzitter brengt hier tegen in dat Van Dis altijd een rui me doorgang houdt. Ir.van Oyen stelt dan voor de bebouwing van de doorbraak nabij de boerderij van Van Dis weg te laten.Er blijft dan een vrijer uitzicht en de beperking van de boerderij zal dan niet zo sterk worden gevoeld. Ir.Buskens zegt dat het voorstel-van Oyen een geruststelling zal zijn voor de raad,want de betreffende grond kan dan niet worden onteigend voor woningbouw. Ir.Smale geeft als zijn mening te kennen geen groot bewonder aar te zijn van boeren-bedrijven die in bebouwde kommen geves tigd zijn.Aan de ene kant is er wel het gemak van het dorps leven,aan de andere kant echter de ongemakkelijkheid voor het bedrijf Insluiting van het erf van de Wed.H.van Dis door een woning gordel acht spreker niet gelukkig gevonden,een open ruimte is gewenst Als de doorsnijding van het bedrijf door een weg het offer moet zijn aan de uitbreidingzal de open bebouwing hierin een tegemoetkoming moeten zijn. De heer Koomans van den Dries merkt op dat Van Dis geef erf zal over houden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1951 | | pagina 47