z niet alles tegelijk behoeft aan te pakken, In het Oosten is een kleine uitbreiding gebeurd in het kader van een wederopbouwplan.Hier rond is een 2e ring gedacht, waarin reeds met bouwen is begonnen. In het Westen had men aanvankelijk gedacht de R.K.Kerk te ver plaatsen omdat een groot gebouw relief geeft aan de omgeving, Dit zou des te gemakkelijker kunnen gebeuren,omdat het kerk- j" gebouw in de oorlog gedeeltelijk is verwoest en de rest bouw vallig is. Tenslotte echter is plan-West bescheidener op-gezet en de R.K, Kerk blijft in haar eigen omgeving.Het plan-West wordt gere kend voldoende te zijn voor 20 jaarmisschien zal dit korter of langer worden,maar wat later gerealiseerd moet worden, moet vandaag in projectie klaar liggen. De Voorzitter dankt de heer Buskens voor zijn inlichtingen en stelt aan de orde de vaststelling van de minimum grootte voor land - en tuinbouw-bedrijven. Ir.Buskens zegt dat in Fijnaart ook wel gebouwd wordt op grond in erfpacht.Deze kwestie kan op 2 manieren geregeld worden, n.l.algemeen of met hantering van de uitzonderings bevoegd heid. De maatregel is bedoeld om niet bonafide boeren te weren. Ten aanzien van de tuinbouwbedrijven deelt de Voorzitter mede dat in de vergadering van 12 Juli 1951 een minimum grootte is aangehouden van HA* Ir.Buskens zegt dat dit onderwerp op nieuw in studie is bij het Provinciaal Bestuur.Aan de ene kant moet men de agrari sche wereld zo min mogelijk beperken,aan de andere kant moet het criterium van de grootte der bedrijven gesteld worden bij het beoordelen van de aanvrage om bouwvergunning.Hu is deze kwestie door de Provincie nog niet uitgemaakt. Ir.Smale zegt zich te kunnen indenken dat bij de provincie de gedachte voorzit dat dwerg bedrijven geweerd moeten worden. I De vraag is welke grootte maatgevend genoemd zal worden ijr H.A.of,bij bedrijven met glascultuurH.A.In alle geval zal vestiging alleen aan bonafide tuinderë moeten worden toege staan. De Voorzitter stelt vervolgens aan de ordei de bebouwing in de kernen. Haar zijn mening is vestiging in de kernen ook mogelijk voor verzorgende bedrijfjes. Ir.van Oyen merkt op dat vervangingzelfs totale vervanging, van deze bedrijfjes niet wordt tegengehouden door het plan. Dit geldt zowel voor Oudemolen als voor Heijningen en Zwingel spaan. De Voorzitter vraagt of in de kernen ook op bescheiden schaal woningbouw mogelijk zal zijn. Ir.Buskens zegt dat wanneer het plan vervanging mogelijk wil laten,dit zijn goedkeuring zal hebben.Zoals het ontwerp nu ligt zijn nieuwe stichtingen niet mogelijk. Als men dit wel wil toestaan zijn er 2 mogelijkheden. 1.De raad geeft geen regelen en het gemeentebestuur beoordeelt elke bouwaanvrage uitsluitend naar de bouwverordening.Men stuit dah echter op de provinciale rooylijn en op de voor schriften regelende het verlenen van recht van uitweg.De neiging bestaat bij de Provinciale Waterstaat om zeer zuinig te zijn met het verlenen van uitwegen,en het geven van ont heffingen om buiten de rooilijn te bouwen. 2.de raad kan in het "plan in onderdelen"opnemen wat gedaan kan worden.Het is dan de taak van gemeente en Provinciale Planologische Dienst om bij de Provinciale Waterstaat gedaan te krijgen dat op de openstaande plaatsen gebouwd mag worden. De heer S.Bom Zegt teleurgesteld te zijn omdat hij van mening v/as dat in de buurtschappen nieuwbouw kon plaats vinden. Ir.Buskens zegt dat dit er van afhangt hoe dit wordt opgeno men in het plan in onderdelen.Bij voorbeeld kan men voor Heijningen opnemen wat men wil,alles mogelijk laten of be perkingen voorschrijven. Bij de provinciale wegen is het zo dat de Waterstaat zoveel mogelijk de bebouwing wil beperken,aan de andere kant echter wil de raad misschien zoveel mogelijk vrijheid geven en dan trachten bij de Provinciale Waterstaat zoveel mogelijk onthef fingen te krijgen. Een mogelijkheid is nog deze dat een buurtschap bestemd wordt als bebouwde kom,maar ook dan zit men aan het provinciaal we genreglement vast. De heer Bom zegt dat deze kwestie in het college van burgemees ter en wethouders veel tijd heeft gekost.Het standpunt van Ir. van Oyen om de mensen uit de buurten naar Pijnaart te zuigen, is voor een landbouwgemeente verkeerd.Met alle respect voor het werk van de Provinciale Planologische Dienst is spreker van mening dat te weinig rekening gehouden is met de landbou-

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1951 | | pagina 45