gers en ambtenaren van de burgerlijke stand.
Bij schrijven d.d.17 Januari 1951 stellen burgemeester en
wethouders voor met deze regeling accoord te gaan.
Zonder enige discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt
hiertoe besloten.
e.een schrijven van het bestuur van de "Bond tegen het
schenden door het vloeken van Gods Heiligen Haam",d.d.
October 1950 houdende verzoek een jaarlijkse subsidie uit
de gemeentekas beschikbaar te stellen.
Bij schrijven d.d.25 Januari 1951 stellen burgemeester en
wethouders voor op het verzoek afwijzend te beschikken.
De heer H.Koomans van den Dries acht het nuttig een kleine
subsidie te geven.
De Voorzitter zegt dat de gemeente met subsidieverlening
voorzichtig moet zijn.
De heer B.P.Maris zegt dat het hier een vereniging betreft
die verdienstelijk werk verricht.Het misbruiken van Gods
Heilige Haam is in ons land een volkskwaalDe Provincie
geeft aan deze vereniging ook een kleine subsidie.Spreker
wil daarom voorstellen f 10.-per jaar subsidie te verlenen.
Op een vraag van de heer A.Hamers antwoordt de voorzitter
dat de gemeente het subsidie-bedrag zelf kan bepalen.
De heer Hamers verklaart zich dan met een subsidie accoord.
Met algemene stemmen wordt hierna besloten aan genoemde
bond een jaarlijkse subsidie te verlenen van f 10.-
f.een schrijven van Gedeputeerde Staten der Provincie Hoor|d-
Brabant d.d.25 Januari 1951G.Ho.50129,111e afd.waarbij
toegezonden wordt een ontwerp-besluit tot wijziging van
het Bezoldigingsbesluit wethouders 194-9*
Zonder enige discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten hiermede accoord te gaan.
g.een schrijven van het bestuur der afdeling Hoord-Brabant
van 2 Januari 1951 inzake het geven van een bijdrage voor
het plaatsen van ramen met de wapens der gemeenten in de
Amer-centrale van de P.H.E.M.
De voorzitter licht dit schrijven toe ei* verklaart dat Pij
naart een dwaas figuur zou slaan als het in deze aclferbleef,
De heer B.P.Maris verklaart geen bezwaren te hebben tegen het
bedrag,maar de verdeling onbillijk te achten voor de kleine
gemeenten.
De voorzitter zegt dat dit punt ook een onderwerp van be
spreking heeft uitgemaakt in de vergadering van de afdeling.
De heer Koomans. van den Dries vraagt of de kleine gemeenten
geen bescheiden plaats kunnen krijgen.
De voorzitter zegt dat het in de bedoeling ligt dat voor
elke gemeente een even groot wapen zal worden vervaardigd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de ge
vraagde bijdrage ad f 100.-te verlenen.
5- Aanbieding gemeente-rekening 1949.
De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders de raad
ter voorlopige vaststelling aanbieden de gemeente-reke
ning over het dienstjaar 1949.
Spreker zegt dat deze rekening met bijlagen door de commis<
sie uit de raad zal moeten worden onderzocht en vraagt de
heren Hamers,G.de Wit en B.P.Maris of zij bereid zijn in
deze commissie zitting te nemen.
De aangewezen leden verklaren zich hiermede accoord.
4.Gemeentebegroting 1951.
De heer B.P.Maris zeg t verbaasd te zijn geweest toen hij
dit punt op de agenda zag.Artikel 258 der gemeentewet zeg
dat de begroting der gemeente aan de raad moet worden aan
geboden en dit is mondeling noch schriftelijk gebeurd.
Hij stelt daarom voor de behandeling te verdagpn tot een
volgende vergadering omdat de raad toch behoorlijk tijd
moet hebben voor voorbereiding.
De voorzitter zegt dat publicatie van de ter inzage—legging
toch is gebeurd,het niet—aanbieden van de begroting is een
verzuim geweest en geen opzet.Verder is de begroting nog
door een commissie uit de raad bestudeerd,het komt dus
hierop neer of de raad voldoende vertrouwen heeft in het
werk van de leden der commissie.
De heer Maris toont aan dat hij de begroting slechts in
vogelvlucht heeft kunnen inzien,er is toch verder geen be
zwaar tegen verdaging omdat de gemeente al een deel van de
geraamde bedragen mag uitgeven.
De voorzitter zegt persoonlijk bereid te zijn de behande
ling enkele weken uit te stellen.
De heer P.P.Weijnen heeft zich ingesteld op een behandeling
in deze vergadering.
De heer S.Bom zegt tegen het voorstel -Maris te zijn.