kunnen worden aangewezen.
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders opdracht
tot uitvoering der werkzaamheden hadden gegeven aan de N.V.
Aug.van Dijk—Petit te Bergen op Zoom,nadat zij van Heren
Gedeputeerde Staten hiervoor goedkeuring hadden ontvangen.
Spreker vervolgt met de mededeling,dat hij zich na ont
vangst van genoemd schrijven over deze aangelegenheid,
direct telefonisch en schriftelijk in verbinding had gestel!
met de provinciale Griffie en dat te verwachten was,dat
het besluit tot wijziging der begroting spoedig zal worden
goedgekeurd.(Zie dossier decimaal nr.-2.07.352.11)
De stukken sub b en c worden voor kennisgeving aangenomen.
d.Nota van aanmerkingen van Gedeputeerde Staten d.d.23
Mei 1951»gevallen op het besluit van de raad d.d. 19
April 1951»tot wijziging der geneente-begroting voor het
dienstjaar 1951,in verband met de beschikbaarstelling
van gelden voor de bouw van een school met 5 leslokalen
voor de Ver.voor Hervormd Christelijk Schoolonderwijs
alhier.
De Voorzitter zegt,dat Gedeputeerde Staten overeenkoms
tig het advies van de Hoofd-inspecteur van het lager on
derwijs, mededelen dat voorlopig volstaan kan worden met
een 4 klassig schoolgebouw,omdat het gemiddèèd aantal
leerlingen vooralsnog het getal 166 niet zal bereiken.
Tevens geven zij ijn overweging de aanleg van een centra
le verwarming te laten vervallen,omdat de exploitatie
daarvan voor een 4 klassige school zeer duur zal zijn.
Bovendien zal zekerheid moeten zijn verkregen,dat voor de
financiering van de bouw der school een vaste lening be
schikbaar is,of andere definitieve dekkingsmiddelen kun
nen worden aangewezen, (zie dossier decimaal nr.-2.07.352.11
De heer H.van Dis Jzn.zegt dat de brief van Gedeputeerde
Staten hem een eigenaardig gevoel geeft.Het leerlinge ru
aantal der school is momenteel van die aard,dat het
schoolbestuur op grond van art.56 der L.O.wet 192o een
vijfde leerkracht kan aanvragen.Hij kan dan ook niet met
de zienswijze van Gedeputeerde Staten accoord gaan.
De Voorzitter zegt,dat de Hoofdinspecteur uitgaat van
het aantal leerlingen op 1 April j.l.en geen rekening
houdt met het getal leerlingen dat in de toekomst de
school zal bezoeken.
De heer Xoomans van den Dries zegtdat,indien niet op korte
termijn beslist kan worden,men vastloopt met de U.L.O.school
terwijl de heer Maris opmerkt,dat de toestemming om te mogen
investeren,in dit geval het voornaamste is.
Na enige discussie zegt de Voorzitter,dat het hem gewenst
voorkomt dat het gene en te-bestuur over dit onderwerp in over
leg treedt met Heren Gedeputeerde Staten en met het school
bestuur.
e.Een schrijven van heren Gedeputeerde Staten d.d.13 Juni
1951,waarin wordt medegedeeld dat de verordening tot hef
fing van een hondenbelasting is goedgekeurd.(zie dossier
decimaal nr.-1-714.38.
f.Een schrijven van hetzelfde College d.d.23 Mei 1951,houden
de bericht dat de verordening betreffende de heffing van
straatbelasting is goedgekeurd.(Zie dessier decimaal nr.
1.714.12).
De stukken sub e en f worden voor kenniggeving aangenomen.
g. Verzoek van het Bestuur der U.L.O.school om een woning
voor de 3e leerkracht dier school beschikbaar te stellen.
De Voorzitter zegt dat ingevolge het bepaalde in de Woon-
ruimtewet,de verdeling van woningen tot de competentie van
Burgemeester en Wethouders behoort en niet tot die van de
raad.Spreker stelt dan ook voor,dit schrijven voor kennis
geving aan te nemen,waartoe zonder hoofdelijke stemming
werd besloten.(Zie dossier decimaal nr.1.778.545)
h. Naar aanleiding van hetgeen in een der vorige vergaderingen
omtrent de vergoeding voor het incasseren van huishuur
werd besproken,heeft de heer H.van Dis Jzn.een schrijven
gericht aan heren Gedeputeerdè Staten.Het antwoord dat de
heer van Dis van Gedeputeerde Staten ontving,werd in af
schrift aan de Burgemeester gezonden.In dat schrijven werd
medegedeeld dat het bij de gemeenten momenteel gebruike
lijk is,dat de huur van gemeentewege wordt opgehaald,zulks
ter voorkoming van huurachterstand.De hiervoor te betalen
vergoeding wordt ten laste der exploitatie-rekening ge
bracht
i. Een schrijven van heren Gedeputeerde Staten d.d.23 Mei
1951,waarbij wordt medegedeeld dat de gemeenschappelijke 1
regeling:Bouw-Woning-en Welstandstoezicht Noord Brabant
Midden en West is goedgekeurd(Zie dossier decimaal nr.
1.778.5.)