T
Bij schrijven, d.d. 21 Februari 194-9 stéllen Burgemees
ter en Wethouders den raad, onder overlegging van een ont-
werp-besluitvoor, ingevolge artikel 72 der lager-onderwmjjj-
wet 1920 gelden uit de gemeentekas beschikbaar te willen
stellen aan het bestuur van de R.&. Meisjesschool voor het
maken van een betonnen toegangstrap naar genoemde school.
De heer H. van Dis meent dat de kosten hiervan betaald
moeten worden uit de vergoeding artikel 101 der la ge r-r onder
wijswet 1920, aangezien dit betreft een terrein rond de
school en een zaak van jaarlijksch onderhoud. Verder, zegt
spreker, is hiervoor al$ een post opgenomen in de be groot ini;
van de wederopbouw van de betreffende school.
De Voorzitter leest hierop het advies van den Inspec
teur van lager onderwijs voor.
De Heer H. van Dis is van meening, dat een precedent
wordt geschapen als een schoolbestuur geen aandacht schenkt
aan het jaarlijksch onderhoud en bij de gemeente wordt aan
geklopt.
De heer P.F. Weijnen zegt dat de aanleg van een betonneïi
trap broodnoodig is. Deze zaak valt niet onder de vergoeding
bedoeld in artikel 101 der lager-onderwijswet 1920, omdat
het iets nieuws is. Vervangen van oud door iets nieuws valt
altijd onder artikel 72 van die wet. Spreker meent verder
dat schermen met "uitgesteldonderhoud" hier niet goed is.
Dit is in alle geval geen verwaarloosd onderhoud, maar
vernieuwing. Het personeel van de school kan bij gladheid
niet naar beneden komen, zonder halsbrekende toeren te
verrichten.
De heer H. van Dis zegt accomrd te gaan met den heer
Weijnen als deze beweert dat de trap broodnoodig is. De
trapjes, die er al waren zijn echter versleten en bovendien!
is het benoodigde bedrag al gevoteerd voor herstel van oor
logsschade
De heer G.G. Kannekens zegt nog dat ©r nooit een trap
is geweest, alleen bovenaan 5 treden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemmingj
Igebracht zijnde, wordt zonder hoofdelijke stemming aangeno
men en het ontwerp-besluit vastgesteld.
Rondvraag;
De heer G.J. van Dis vraagt inlichtingen over den aanleg
van een toegangstrap naar de bungalows te Heijningen.
De voorzitter zegt toe dit met den gemeente—opzichter te
zullen bespreken.
Dit lid vraagt verder of de overdekte speelplaats bij de
openbare lagere school te Heijningen nog wordt vernieuwd.
Ook deee kwestie zal, naar de voorzitter zegt, met den gemeente
opzichter worden bekeken.
De heer G. de Wit vraagt inlichtingen over de straatver
lichting bij Fort de Hel en de afrastering langs de Kraaien-
dijk nabij de boerderij van Ghr. Blok.
De "Voorzitter adviseert, dat de betreffende personen zich
in verbinding moeten stellen met de P.N.E.M. Omtrent de ge
noemde afrastering zal overleg worden gepleegd met den gemeent<
opzichter.
De heer H. van Dis informeert of Burgemeester en Wethou-
1 c
ders na het raadsbesluit, betreffende huur van een brandweer
kazerne nog hebben nagegaan het financieel voordeel der ge
meente bij eventueele bouw van een nieuwe kazerne.
Spreker acht het voorstellen van een voor nieuwbouw be-
noodigd bedrag van 25*000,- gegoochel met cijfers. Een
bedrag van 3000,- zou reeds voldoende zijn. "Voor de gemeen
te zou nieuwbouw of fergrooten van de bestaande kazerne aanmer
kelijk voordeeliger zijn.
De Voorzitter zegt, dat voor de brandweerkazerne nooit
een betere plaats te krijgen zal zijn. De brandweer heeft den I
laatste tijd betekenis gekregen. Het gebouw ligt bovendien in 1
het centrum en de brandweermannen zijn daar het vlugst bij
elkaar. Spreker doet verder mededeelingen over in verband met
deze kwestie met de Provinciale Waterstaat gehouden bespre
kingen
De heer W.G. Grootenboer vraagt of het pian van uitgifte
van de grond in het partieele uitbreidingsplan alé gereed is.
De voorzitter zegt, dat de gemeente-opzichter met de tee-
kening bijna gereed is. De teekening zal zoo spoedig mogelijk
aan den raad worden overgelegd.
De heer Grootenboer vraagt verder inlichtingen van den
voorzitter over verdeeling van het bouwvolume voor 194-9, wel
ke door den voorzitter worden verstrekt..