16". Vaststelling vergoeding bedrag per leerling voor voort
gezet gewoon lager-onderwijs
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt besloten het'bedrag per leerling bedoeld in art.55
bis,1e lid,der Lager Onderwijswet 192Ö voor het voortge
zet gewoon lager-onderwijs voor het jaar 1950 te bepalen
op f 43,19.
17Vaststelling vergoeding bedrag per leerling voor Uitge
breid lager-onderwijs
Z'onder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt besloten het bedrag per leerling bedoeld in arti
kel 55bis,le lid,der Lager-onderwijswet 1920 voor het
uitgebreid lager onderwijs voor het jaar 1950 te bepalen
op f 33,68.
18. Vaststelling gemeente-begroting 1950»
De Voorzitter stelt hierna aan de orde de behandeling
en vaststelling van de gemeente-begroting voor het diens
jaar 1950.
Spreker vangt aan met voorlezing van het door de begro-
tings-coramissie aan de raad uitgebracht rapport.
De inhoud van dit rapport luidt als volgt
"■Rartiens de Oommissie tot het onderzoeken van het door
Burgemeester en Wethouders aan de Raad aangeboden ont
werp der gemeentebegroting voor het dienstjaar 1950
moet ik opmerken dat 'met het indienen der begroting
geen rekening gehouden is met artikel 238 der gemeente
wet, zodat hiermede ook de naleving van artikel 242 in
gedrang komt.
Tevens meent de Commissie dat verschillende geraamde be^
dragen nu mèètbepaald^ genomen zijn op riële basis.
Verder lijkt de Commissie volgno 17 te laag geraamd,
terwijl zij f 1000.- reiskosten onder alle omstandig
heden gezien de uitgaven der vorige dienstjaren absurd
no emt
De Commissie is van oj-rdeel dat de post onder volgnr.
61 en 104 geheel kan vlxtfallen' en de post onder volgnr.
312 voor herziening in aanmerking komt en de onderne
mingsbelasting veel te laag geraamd is.
Persoonlijk meen ik te moeten opmerken dat de begroting
behalve de administratieve posten zeer geflatteerd is."
De Voorzitter vraagt of de leden der Commissie de heren
J.T.Ardon en C'.G.Kann ekens zich met inhoud en bewoording
van het rapport kunnen verenigen.
De heer J.T.Ardon zegt,dat bij het onderzoek der begroting
de woorden "absurd" en "geflatteerd" niet zijn gebezigd.
De heer Kannekens sluit zich aan bij de woorden van de heer
Ardon.
Hierna dient de Voorzitter op het rapport van de Commissie
met het volgende antwoord:
"De begroting is door de secretaris aan de hand van de beschik
bare gegevens,naar beste weten opgemaakt.
Er moet niet uit het oog worden verloren,dat een begroting
nög steeds een "raming" blijft,hetgeen wil zeggen dat niet
alle geraamde bedragen tot het volle bedrag zullen worden
uitgegeven of ontvangen.
Omtrent de bemerking dat de wettelijke termijnen zijn over
schreden,Zij opgemerkt,dat met zoveel factoren rekening is te
houden,dat het haast alle gemeente-besturen onmogelijk is,
die termijnen in acht te nemen.
Dat heren G-edeputeerde Staten de moeilijkheden van de gemeen
tebesturen volkomen begrijpen,blijkt uit hun schrijven,waarin
wordt medegedeeld,dat inzending van de begroting kan plaats
hebben voor 1 Januari 1950.Wordt hieraan voldaan dan zal van
die zijde*geen aanmerking worden gemaakt over het overschrij
den van de wettelijke gestelde termijnen.
Post 17. Aanschaffen en onderhouden van meubelen.
Indien aanschaffingen van betekenis gebeuren,zou de
uitgaaf op de kapitaaldienst moeten worden verant
woord.De kosten van die aanschaffing komen dan bij
wijziging op de begroting.
Post,23. Reiskosten.
Herhaaldelijk moet contact opgenomen worden met ver
schillende regerangsbureaux.Indien dan niet over een
auto kan worden beschikt,zou daar te veel tijd mee
gemoeid zijn.Zoals hierboven reeds is opgemerkt,is
dit ook een "raming".
Post.61. Gasvoorziening.
Burgemeester en Wethouders achten het van belang voor
de gemeente,dat een onderzoek wordt ingesteld of gas-
voorziening mogelijk is.
Vermoedelijk zouden daarvan vele gezinnen kunnen
profiteren.