Koninklijke besluiten G 13 en G 362 in het vast inko
men van de secretarissen en ontvangers in Noord-Brabant en
tot wijziging van de desbetreffende kindertoelageregeling,
alsmede een ontwerp-besluit van hetzelfde College tot rege
ling der bezoldiging van de secretarissen der gemeenten in
Noord-Brabant.
Deze besluiten geven geen aanleiding tot het maken van
op- of aanmerkingen.
e. Een schrijven van R. Bram en andere bewoners te
Nieuwemolen, d.d. 16 April 194-9, houdende klacht omtrent
het vlasafvalveredelingsbedrijf van Jac. Sweere, te Nieuv/e-
molen.
Dit schrijven voert aan, dat de lokken buiten bewaard
werden in de onmiddellijke nabijheid van woningen. Aller
eerst was dit zeer nadelig voor de volksgezondheid gezien
het stof, dat dit veroorzaakte en ook was het brandgevaar
groot. Verder werd verzocht alles in het werk te stellen
het bedrijf onmiddellijk stop te zetten.
De Voorzitter zeide, dat er nooit vergunning voor dit
bedrijf was gegeven en dat het er tóch gekomen was, was
een gevolg van de naoorlogse situatie, burgemeester en wet
houders hebben bij het bedrijf polshoogte genomen. Nu is
het veroorzaken van stof niet veel. We hebben tegen de heer
6weere gezegd zo vlug mègelijk te zorgen dat de lokken bin
nen opgeborgen worden. Is hij hiertoe niet bereid, dan zal
het becüjf worden stopgezet. We weten niet welke plaats
'we aan het bedrijf zullen toewijzen.
De heer C.J. van Dis: Dat opruimen van dat vlas is tot
heden toe niet gebeurd. De heer Konings (een der onderteke
naars van het schrijven) is dadelijk opgezegd door de brand
assurantie. Wanneer er wat opdoet is hij totaal gedupeerd.
Ik vind het een onordelijke toestand. Heeft de heer Sweere
vergunning gehad.
De Voorzitter: Neen.
De heer van Dis: Wel mondeling.' Dat heeft de heer Swee
re zelf tegen me gezegd.
De Voorzitter: Waarachtig niet.
De heer C.J. van Dis: Er loopt een lichtleiding langs de
lokken naar een duivenkooi. Jongens staan er sigaretjes te
roken. Ik stel door onmiddellijk hierin verandering te bren
gen. Sweere moet verplicht worden gesteld de lokken op te ber
gen.
De Voorzitter: We zullen al het mogelijke er voor doen.
De heer Geuze: Is een bouwvergunning niet aangevraagd.
De Voorzitter: Die is, voor zover mij bekend is, niet
aangevraagd.
De heer Geuze: Het is dus ook in strijd met de politie
verordening. Dan de boel opruimen.' Dan behoeve we er niet
meer over te praten.
De Voorzitter: We willen hem ter wille zijn.
De heer Geuze: Hij mag daar zo maar geen loods zetten.
De Voorzitter: Een bouwvergunning is nooit gegeven.
De heer Geuze: Is er geen bouwaanvrage binnen gekomen.
De Voorzitter: Zo ver ik weet niet.
De Secretaris: Alleen per gewone brief gevraagd. Geen
stuiken b.v. tekening zijn overgelegd.
De heer Geuze: Dus alleen bericht gegeven dat hij een loods
bouwde. Klaar. De omliggende bewoners zitten nu in de knel.
De heer Hamers: Kan Sweere geen ander plaatsje krijgen?
We kunnen niet luk-raak zeggen: Die kooi moet weg. We zetten
dan een huisgezin op straat. Een stapel lokken buiten is heel
gevaarlijk.
De heer Ardon: Ik wil er ook iets van zeggen. Volgens de
verordening is het niet toelaatbaar. Wanneer die verordening
wordt toegepast, komen verschillende vlassers in moeilijkhe
den. Het is een industrie in opkomst en die kan in de toekomst
vele handen brood geven. Dit is nodig in onze gemeente, want 3
er zullen veel werklozen komen. En om nu de enige industrie
zo gauw mogelijk weg te werken, zou niet slim zijn. Dan komen
er zeker geen andere industrieën.
De heer de Wit: Het geval had moeten worden voorkomen toen
men ging bouwenJ
De heer Geuze: Wanneer er iets gebeurt, is de gmmeente
aan sprakelijk.
De heer Ardon hamerde er op, dat de gemeente naar een ander
terrein zou uitzien.