De Voorzitter zegt dat zulks de schuld is van de Stichting Landbouwherstel Hierna wil de Voorzitter punt 10 in behandeling brengen. De Heer H. van Dis Jzn. vraagt: Is punt 9 afge werkt. Hijstelt voor dit punt terug te nemen en de beslis sing uit te stellen tot de volgende vergadering wegens on voldoende voorbereiding, want het was hem niet duidelijk. De Voorzitter zegt: Misschien voor U onduidelijk. Niet voor de andere heeren. De heer Weijnen vraagt waar gebouwd kan worden. De Voorzitter zegt: Tegenover de middenstandswóningen. Hierna werd het voorstel van Burgemeester en Wet houders zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer H. van Dis Jzn. werd geacht tegen gestemd te hebben. Zie decimaal nummer -2.07.551-- 10. Vaststelling voorschot vergoeding artikel 101 der L.Q. wet 1920 aan besturen van bijzondere lagere scholen over 1948. De heer Weijnen vraagt of het bedrag per leerling ad. 12,95 niet v rhoogd moet worden. De Voorzitter zegt dat hij niet in de toekomst kan kijken. De gestelde richtlijnen zijn bij de vaststelling v het bedrag in acht genomen. Hierna worden de ter tafel gebrachte ontwerp-be- sluiten tot vaststelling van het voorschot op de gemeente lijke vergoeding ingevolge art. 103» 6e lid, der L.O.wet 1920 over het jaar 1948 zonder hoofdelijke stemming vast gesteld als volgt: voor de Chr. Nat. school te Heijningen 742,47 Hervormd Chr. school te Fijnaart 1705»08 R.K. Jongensschool te Fijnaart 2801,52 R.K. Meisjesschool te Fijnaart 2982,82 Chr. Nat. school te Zwingelspaan 1346,80 Zie decimaal hummer -1.851.2 B. 07.2.- Rondvraag. den raad. De Voorzitter zegt, dat de aanvraag is behandeld in de vergadering van 11 Februari 1947. De heer Weijnen kan zich dat niet herinneren. Spreker vraagt wanneer besloten is de gelden beschik baar te stellen. De Voorzitter zegtOok in de vergadering van 11 Fe bruari 1947. Hierna zegt de heer Weijnen dat de Katholieke scholen een steen des aanstoots zijn voor een ieder. Er is een strooming onder de ouders om de kinderen niet meer naar school te zenden. De ouders zijn overtuigd, dat er een noodtoestand heerscht. De Voorzitter zegt dat zulks ligt aan de laksheid van het bestuur. Er werd een verkeerde begrooting ingediend. De heer Weijnen zegt dat de begrooting reeds lang klaar is. Waarop de Voorzitter nogmaals zegt dat de schuld ligt bij het schoolbestuur. De heer Weijnen zegt dat het een groote strop voor de gemeente wordt. Straks zijn er meerdere kosten. De Voorzitter antwoordt hierop, dat het dan verwaar loosd onderhoud is, en dat is ook de schuld van het school bestuur. De heer Weijnen is het hier niet mee eens. r De Voorzitter zegt, dat de begrooting veel te hoog was. De heer H. van Dis Jzn-zegt: Ik kan me met den heer d Weijnen vereenigen omtaent den noodtoestand. Er was een schaderapport van 22.000,-. De begrooting beliep 40.000,- 't Is logisch dat Wederopbouw de zaak retourneert. De R.K. aannemers hadden geteekend om de schade voor 22000,- te herstellen. De heer Weijnen zegt dat over het bedrag al veel te doen is geweest. Spreker vindt het wenschelijk dat het gemeen tebestuur ook eens moeite neemt, waarop de Voorzitter zegt: "Dat "ook eens" neem ik niet". De heer Hamers zegt dat de toestand onhoudbaar is. Als het schoolbestuur daarvan de schuld heeft, dan is het wel erg nalatig. Spreker wijst op het pas gehouden t.b.c. onderzoek. De toestand der lokalen is bepaald slecht, de ouders zijn bang voor de gezondheid der kinderen. De heer Weijnen zegt: "ft Is weer voofc een school De Herv.Chr.School is uitgebreid. Ik juich dat toe. Hoe ruimer de scholen, hoe beter. Ik meende dat er een goedkeuring moest zijn van

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1948 | | pagina 7