3 Garantie geldleenirig waterleiding.
De Voorzitter deelt mede dat de 11.V. Waterleiding-
Maatschappij "Hoord-West-Brabant" te Oudenbosch een geld-
leening heeft aangegaan van 1.500.000.- en dat de in de
N.V. deelnemende gemeenten naar evenredigheid van het aantal
aandeelen, wa.armede zij deelnemengarant moeten blijven.
In .verband hi.efjnede stellen B(. en W. yoor de gemeente
die 95 aand;elen bezit, borg te doen blijven voor een bedrag
van 49*790.--.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten en
het ontwerp-besluit vastgesteld.
Rondvraag
De Heer G. de Wit vraagx inlichtingen over de straat
verlichting te Heijningen. Spreker stelt voor om, indien de
verlichting baldadig wordt vernield, Regenen die hiervoor
verantwoordelijk zijn, financieel te laten opkomen.
De Voorzitter zegt, dat deze kwestie onderzocht zal
worden.
De Heer H. van Dis vraagt inlichtingen over de verdeel:
der middenstandswoningen met name naar welke richtlijnen
deze zijn toegewe2en.
De Voorzitter zegt dat deze door de commissie-Woon-
ruimtewet 1947 zijn verdeeld. Als iets verdeeld moet worden
zal elke commissie het anders doen. Over de verdeeling zijn
m^er klachten, maar het is een moeilijk en ondankbaar werk.
De Heer H. van Dis meenlre te weten dat d verdeeling
van woningen een taak is van B. en W. en niet van de commissi
Spreker is voorts van meening dat de oorlogsgetroffenen en
dan de ontoelaatbaar gehuisveste personen voorrang hadden
moeten hebben bij de toewijzing.
De Voorzitter antwoordt dat de middenstandswoningen
zijn verdeeld over de aanvragers.
De Heer H. van Dis.noemt de gevallen avan R.M. van der
Heijden en van van Mouriik te Heijningen, die beiden zeer
ontoelaatbaar gehuisvest zijn.
De Voorzitter zegt dat R.M. van der Heijden geen aan
vraag om.een middenstandswoning heeft ingediend.
De Heer H. van Dis beweert dat deze persoon reeds geru.i-
men tijd geleden een aanvraag om een woning heeft gedaan.
De Heer W.C. Grootenboer merkt op dat alle noodwoningen
zijn gegeven aan oorlogsgetroffenen en aan ontoelaatbaar gehuis
vesten,
0e Heer H. van Dis zegt dat de woonruimten- van R.M. van
der Heijden toch slechter was dan die van H. Meeuwisse, die
wel een noodwoning heeft gekregen.
De Voorzitter zegt dat de commissie de verdeeling zoo
heeft voorgesteld en dat B. en W. overeenkomstig dit voorstel
hebben beslist.
De Heer H. van Dis merkt nogmaals op dat verdeeling van
woningen geen taaicis voor de commissie.
De Heer H. van Dis vraagt of de ambtenaar der gemeente
secretarie., A.K.A. Binders, die in de vergaderzaal aanwezig
is, vacantie heeft.
De Voorzitter zegt dat deze ambtenaar toch immer bij de
vergaderingen aanwezig is.
De Heer H. van Dis vraagt nogmaals of deze ambtenaar
dan met vacantie is.
De Voorzitter antwoordt dat hij op deze vraag geen ant
woord wenscht te geven en dat de Heer H. van Dis deze vraag
maar moet stellen aan den Burgemeester.
De Heer J.D.C. Geuze vraagt ook inlichtingen omtrent de
straatverlichting te Heijningen.
De Voorzitter zegt toe deze taak te laten onderzoeken.
De Heer H. van Dis vraagt of bij "Huize 't Hoekje" in de
./ilhelminastraat een lichtpunt zal worden aangebracht.
De Voorzitter zegt dat daar een lichtmast zal komen.
Over de levering van lichtmasten is prijsopgaaf gevraag'd aan de
P.N.E.M.
De Heer H. van Dis merkt nog op dat als de lichtmast
bij Mej. J. Sneep wordt verplaatst naar de Wilhelminastraat geen
kosten voor een nieuwe mast behoeven te worden gemaakt.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De Secretaris, jje Voorzitter,