17«VOORSTEL HERSTEL EN UITBREIDING VAN HET GEMEENTEHUIS
De voorzitter zegt dat hij den indruk heeft dat bijna
alle leden het gemeentehuis bekeken hebben. Burgemeester en
Wethouders komen na lang beraad nog met eenige schroom met
het voorstel het gemeentehuis te herstellen en uit te brei
den. Een ieder zak wel overtuigd zijn van de groote noodzaak
daarvan, maar een bezwaar vormen de kosten die aan dit herstel
en deze uitbreiding verbomden zijn. De eerste opgaaf van den
architect was 79.300.-. Dit bedrag kon later worden terug
gebracht tot 66.000.-. Spreker geeft dan een uiteenzetting
over de wijze van financiering van den verbouw.
De Heeren W.C. Grootenboer en H. van Dis zijn van meening
dat de raag ten opzichte van het gemeentehuis geen half werk
moet doen, doch de laatste is van meening dat de aflossings-
tijd van de geldleening niet juist is. Spreker wil sneller
aflossen en daarvoor de verhooging dej uitkeering uit het
gemeentefonds benutten.
De Heer P.P. Weijnen is van meening dat de tijd voor het
nemen van het besluit niet gunstig is, De gemeente kan beter
nog even afwachten en een primitief noodherstel laten doen.
Spreker is niet tegen nieuwbouw of uitbreiding, maar de last
zal nu voor de gemeente nog te zwaar zijn.
Beter kon men de extra-uitkeering uit het gemeentefonds be
steden voor leniging van den woningnood. Wel 50 woningen
in deze gemeente zijn te klein of nog kapot. Spreker vreest
dat de ingezetenen zullen zeggen dat de gemeente de menschen
durft trotseeren bij zulk een woningnood^door een kostbare
verbouwing van het gemeentehuis.
De Heer G.G. Kannekens daarentegen is van meening dat er
nu wel woningnood is, maar dat het voor een groot gedeelte
aan de menschen zelf te wijten is, omdat men in de goedkoope
tijd voor den oorlog ook geen huizen bouwde.
De Heer H. van Dis zegt dat de raai de critiek die de Heer
Weijnen verwacht, moet negeeren. Bij de vraag of het gemoti
veerd is om te bouwen, zegt de tijd, waarin we leven, niets.
Zal bouwen over 5 jaar b.v. niet duurder zijn, vraagt spreker
zich af. Wel wil hij zijn stem vastkoppelen aan zijn voorstel
om de leening verstrekt af te lossen.
De Heer P.P. Weijnen zegt ook voor versnelde aflossing te
zijn.
De Heer H. van Dis zegt dat deze zaak de erfenis is van
een zuinig beheer.
De Heer A. Hamers vindt dat dit nieuwe raadhuis een groo
te sprong is.
Al is de toestand wel onhoudbaar, toch wil spreker liever nood-
herstel en even afwachten met het definitief herstel en uit
breiding
Tusschen den voorzitter, den Heer H. van Dis en de Heer
P.P. Weijnen ontspint zich een discussie over de geschiede
nis van de bouwkosten na den vorigen oorlog in vergelijking
met deze tijd.
De Heer H. van Dis verlaat hierna de vergadering.
De Heer J.T. ARdon zegt dat men na 44 jaar, als de leerring
geheel zal afgeloscht zijn, weer opnieuw zal moeten verbou
wen.
De voorzitter antwoord hierop dat het voorgestelde plan
in de behoeften van 100 jaar voorziet. Echter kan de gemeen
ten altijd versneld aflossen en een zoodanige clausule wordt
dan ook in de leeningsuroorwaarden opgenomen.
De Heer S. Bom zegt dat in de vergadering van B. en W.
de bezwaren die de raad thans naar voren brengt, ook zijn
aangevoeld. Het was niet gemakkelijk hierin een beslissing
te namen. De verbouwing in 19 21 heeft 23.000 gekoste
Dit plan is zeer duur, maar toch heeft het college van B. en
W. gemeend te moeten voorstellen om tot uitvoering ervan
over te gaan. Spreker betreurt dat niet alle leden van den
raad de consequentie van hun besluit willen dragen en voor
het einde van de vergadering deze verlaten.
Het voorstel van B. en W. hierna in stemming gebracht
zijnde, wordt aangenomen van 8 tegen 1 stem. Tegen stemde de
Heer A. Mamers.
RONDVRAAG.
De Heer C.J. van Dis wil de aandacht van den voorzitter
vestigen op het veelvuldig parkeeren van auto's op plaat
sen waar dit ongelukken kan verororzaken
De voorzitter zegt toe daarover met de politie te zul
len spreken.
Be Heer P.P. Weijnen vraggt of de verhouding burgemeesta-
rijkspolitie nu is veranderd en of de rijkspolitie nu gemeen
tepolitie zal worden.