4
De Voorzitter antwoordt hierop dat die woning ter beschik
king van de Kerk staat. De heer Grootenbo.er zal dit als lid
van het Kerkbestuur wel weten, daarom kan de heer Grooten-
boer zich voor het verkrijgen van inlichtingen beter tot he-;
Kerkbestuur wenden.
De heer Grootenboer zegt dat het Kerkbestuur geen gebruik
van de woning wenscht te maken,waarop de Voorzitter antwoord
dat hem daar niets van bekend is.
De heer rootenboer vraagt wiens eigendom het is.
De Voorzitter zegt,(dat de woning onteigend is,doch dat het
Kerkbestuur de beschikking er over heeft.
De heer J.T.Ardon vraagt wie thans de eigenaar iswaarop de
Voorzittér zegt,dat de onteigening is geschiedt ten name de::
gemeentedoch dat de ICerk er over kan beschikken.
De heer Ardon zegt dit een eigenaardige toestand te vinden.
De Voorzitter antwoordt hierop,dat zulks een aangelegenheid
van het Kerkbestuur is.
De heer C.J.: van Dis Pzn. vraagt of er materiaal is voor
verbetering van den Ouden Heijningschendijk.
De Voorzitter zefet, dat gewacht wordt op teer.
De heer P.F.Weijnen vraagt aan den Voorzitter of het niet op
den v/eg ligt van het gemeentebestuur om verbetering te bren
gen in de lossing van vuil water. Het vuile water blijft
staan in den vijver van de Katholieke Kerk,hetgeen op den
duur een onhoudbaren toestand wordt-.
De Voorzitter zegt dat de polder voor doorspoeling moet zor
gen.
De heer Weijnen zegt dat de slooten heelemaal dicht zijn.
De heer II.van Dis Jzn zegt dat de heer V/ei jnen niet goed op
de hoogte is met de situatie. Ik weet niet van wie de sloot
is.Ik maan van den polder. De doorspoeling is naar de Kreek,
Ik vind het treurig dat Burgemeester en Wethouders geen aan
dacht schenken aan doorspoeling. Het geheele jaar is niet
doorgespoeld.
De heer Weijnen vraagt den Voorzitter wie.nu het woord heeft
de heer van Dis of hijzelf. De Voorzitter zegt de heer van
Dis
Ie heer H. van Dis Jzn, zegt dat hij meent dat de sloot ei
gendom is van den polder.Bij voldoende doorspoeling zal men
geen hinder ondervinden.
De heer Weijnen zegt nogmaals dat de slooten dreigen dicht
te raken.
De Voorzitter zegt toe, deze zaak met den dijkgraaf te be
spreken.
De heer Weijnen vraagtof de gemeente niet verplicht is,om
te zorgen dat het-vuile water niet in de Kerkvijver komt.
De Voorzitter z egt nogmaals de aangelegenheid met het pol-
rzullen derbestuur te/^bespreken.
De heer H. van Dis Jzn. zegt,dat wanneer de gemeente zorgt
voor doorspoeling eh verversching,het bezwaar opgeheven is.
De heer'Kannekens zegt dat de heer van Dis niet goed met de
I situatie op de hoogte iswant doordat het water in de Mark
te laag staat is verversching niet mogelijk,terwijl de heer
Gr.de Wit juist het tegenovergestelde beweert, Telkens staat
de Mark vol.
De heer G-. de Wit vraagt, wie verantwoordelijk is voor het
brandweermateriaal te Ileijningen en wie tot het personeel
behooren.
De Voorzitter antwoordt hierop dat Konings verantwoordelijk
is voor het materiaal en dat het personeel een aanstelling_
zal krijgen. Bovendien zijn bordjes besteld met het opschrik
"Brandmelding"
Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzitter de
vergadering. s*
De Secretaris, De Voorzitter,
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
op V/oens- dag 17 December 19 47.
des na- middags twee uur
Tegenwoordig de heeren: S.Bom, A.A.C. Akkermans, C.J. van
Dis j?z j p.p. v/ei jnen, A. Hamers, G. de Wit, J.T. Ardon, H.
van Dis JzW.C. Grootenboer en O.G. Kannekens.
De I-Ieer J.D.C. Geuze heeft medegedeeld niet ter vergade
ring .aanwezig te kunnen zijn.
Voorzitter Jhr-Mr.W.F. Quarles van Ufford.
SecBEtaris A. van Dis.
Om 2 uur opent de voorzitter de vergadering.
De notulen van de vergadering van 5 September 19 47 worden
ongewijzigd vastgesteld.
Hierna stelt de voorzitter aan de orde
1 INGEKOMEN" STUKKEN enz
Een schrijven van Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d.
22 October 1947, G. nr. 787, Ille Afdeeling betreffende een
voorgenomen algeheele herziening van de bezoldiging van de
wethouders, waarbij onder toezehding van een ontwerp-besluit -
wordt verzocht eventueele opmerkingen dienaangaande aan Ge-
deputeerde Sjjaten mede te deelen.
Zonder eenige diseussie-en zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten aoooord te gaan met het onjjwerp-besluit
2 VOOELPOPIOB VASTSTELLING g&iaSBTBBBKEMIi.T, 1946.
De voorzitter verzoekt den Heer G.de Wit, als oudste der
leden van de oommissie belast geweest zijnde met het onderzoek
der gemeente-rekening over het dienstjaar 1946, rapport te wil.
len uitbrengen.
De ileer de Wit zegt dat de commissie zich voor een zware
en moeilijke taak zag geplaatst, maar dank zij de hulp van den
Heer A. Bouman, gemeente-ontvanger, de werkzaamheden tot een
goed einde kon brengen. Hij' leest hierna het schriftelijk rap-,
port voor, waaruit blijkt dat de commissie voorstelt de gemeen-
terekening over 1946 voorloopig vast te stellen als volgt:
N. s. 11206 1