De heer C.G.Karmeksns en enkele andere leden zijn hierom
trent de meening van den Voorzitter toegedaan en over deze
kwestie ontspint zich een discussie tusschen de leden en
Ir.van Oijen.waaruit tenslotte komt vast te staan dat deze
laatste er geen bezwaar tegen heeft indien W.Kannekens op
Zwingelspaan aan het eind van de Langeweg wil bonwen.
De Voorzitter is van meening dat wanneer men de vlasserijen
uit elkaar gaat bouwen.deze allemaal uit elkaar gebouwd
moeten worden.
De Voorzitter informeert vervolgens naar den prijs van het
ontworpen plan rekening houdende met een grondprijs van
f 1ner M2.
Ir.van"Oi jen zegt dat de door het Prijzenbureau hoogst
toelaatbare prijs van f per M te hoog is .wanneer deze
I prijs voor bouwgrond betaald moet worden is volkshuisves
ting onmogelijk.
Verscheidene leden zi jn. van meening dat voor bouwgrond
iets extra's betaald moet wprden,de prijs van grond is ge
middeld f 3000.= per H.A.maar vpor bouwgrond moet meer be
taald worden.
Over de kwestie van de te betalen grondprijzen ontstaat
dan een discussie waaruit blijkt dat Ir.van Oijen de
meening is toegedaan dat hij onteigening van landerijen
moet betaild worden de gewone grondprijswaarnaast een
vergoeding voor bedrijfsschade moet worden uitgekeerd.
De heer S.Bom merkt op dat het Erijzenbureau bij de schat
ting van grond met deze bedrijfsschade rekening houdt,het
idee van Ir.van Oijen komt dan op het zelfde neer.
Ir.van Oijen antwoordt dat de conclusie van den heer Bom
juist is voor dit ge val, maar, niet in het algemeen.De moei
lijkheid is dat we voor de allernaaste toekomst bouwter-
rein noodig hebben.
De Voorzitter vraagt aan Ir.van Oijen waarom deze geen
kleiner plan heeft ontworpen,omdat het bouwrijp maken van
een,groot terrein duur "is .De bedoeling van het gemeente
bestuur is alleen een plan te maken dat ae gedupeerden
weten waar ze kunnen gaan bouwen.
Hierna worden enkele gevallen van gedupeerden besproken.
De heer P.F.Weijnen vindt dat het ontworpen plan buiten
gewoon duur zal zijl?. in de uitvoering.Tot zijn verbazing
heeft spreker vernomen dat de gemeente zelf de opdracht
heeft gegeven tot het ontwerpen daarvan.Deze opdracht
evenwel,vindt spreker fataal omdat als het plan uitgevoerd
wordt,de gemeente failliet zal gaan.Van vliig opbouwen en vlug
helpen van de gedupeerden is hier heelemaal geen sprake,
xal van menschen zullen uit hun zaak en hun broodwinning worden
weggerukt en zij zullen zich in de nieuwe omgeving niet thuis j
voelen.
Het ontwerp-plan is mooi voor een gemeente als b.v.Haarlemmer-
meer of de Wierungermeer of voor de Noord/Oostpolder ,maar niet
voor een gemeente als Fijnaart,ook al omdat het in een zeer
verre toekomst pas voltooid zal zijn.Spreker vindt het op de I
eerste plaats noodig de gedupeerden te helpen,over dit ontwerp
plan moet maar zand gestrooid worden,aldus spreker.Want de
vraag is hoe moeten we dit plan**financieeren,nu we met het
wederopbouwplan al in den maag zitten.De grond van het uitbrei-
öingsplan zal niet verkocht kunnen worden,een strook ervan zal
misschien gebruikt worden,maar de rest ligt er voor evenveel
en zal niets opbrengen.Als we met dit plan beginnen,wegen gaan
aanleggen enz.komen we diep in de kosten.
De Voorzitter zegt dat we rekening moeten houden met de toe
komst. In de eerste tien jaar zal veel gebouwd worden,maar
Burgemeester en Wethouders willen een kleine ring rond het
dorp en daarom wenschen zij te bouwen in de richting van de
Kade.
Ii.van Oijen merkt op dat een uitbreidingsplan geen urgentie
plan is,maar veel verder ziet.Bij stichting van het dorp Fij
naart is men ook planmatig te werk gegaan en daar plukt het
tegenwoordige geslacht dé vruchten van nu het voltoois is.Ook
wij moeten werken voor de generatie's die na ons komen,nu we
een dorp hebben waar niets meer bijgebouwd kan worden.De na
ons komende geslachten moeten ons in dit opzicht niets te ver
wijten hebben.Een planmatige opzet is geboden,eigenlijk zijn
we al te laat omdat de groote groei van de bevolking reeds
aohter den rug is.De roofbouw op het gebied van de volkshuis
vesting van de laatste 30 a 40 jaar wreekt zich thans nu de
gemeente voor groote uitgaven komt te staan.
Ook de heer W.G.Grootenboer is van meening dat het plan te
groot is opgezet,omdat Fijnaart geen industrie-gemeente is en d<
de bevolking zich niet veel meer zal uitbreiden.De kosten van
onteigening zijn groot,maar daarbij komen nog de kosten voor
aanleg van straten,riolen,waterleidingen.